Er hangt een volledig uitgeruste klimmer in een van de bomen voor de schouwburg. Met een zaag. Onder de boom een molen met vliegende olifantjes. Er is een kans dat een van de komende dagen de boom en een of meer van de olifantjes ruzie krijgen. Of een van de passagier(tje)s in zo’n olifantje. Er valt tak na tak uit de boom. Zo, door het jaar, is deze boom goed genoeg als blikvanger op het plein voor de schouwburg. Samen met collegabomen, de waterklaterende en waterfonkelende fonteinen, de banken van duurzaam hout en de hoog oprijzende design gelakt houten verlichtingsarmaturen met roestvrijstalen details. Maar nu is het kermis en moet de boom het ontgelden. Groen in de stad, we kunnen niet zonder, maar nu even wel, dus. Voor de kermis in Venray moet veel wijken. Nu ook wat kostbaar en kwetsbaar is. Het is het gevolg van een zweefmolen-ontmoet-boom-incident vorig jaar. Het is nu veiligheid voor alles. Op de avond voordat de kermis morgen begint. Het kon niet eerder. Pas vandaag staat de olifantenmolen op zijn plek bij de boom. Waarom daar, vragen we ons af. Op het terras voor de schouwburg gaat het leven in vrije tijd gewoon door. De vakantievader met de rugzak kaart met zijn kinderen een onduidelijk spelletje. Kermisexploitanten eten nog even lekker met het gezin voordat de magen de komende dagen enkel gevuld zijn met een snelle hap tussen de ritjes door. De Nederlander met zijn Franse gezin spreekt ook Frans met zijn Nederlanse moeder. Zijn kinderen spreken Frans. Zijn vrouw spreekt Frans. Daar gaat weer wat Nederlands verloren. De bediening is traag. Het zal de onderbezetting wel zijn. De keuken serveert mee uit. We zien nog wat mensen van vroeger, we maken een kort praatje, na zestien jaar pakken we de draad weer op. Tussen de attracties slenteren de eerste snuffelaars op zoek naar de geur van kermis.