Het was een beetje een rommeldag. We deden een boodschapje, we pakten een koffer in, we lazen een krantje, bezochten een kerk en stapten er binnen en we namen met een wijntje afscheid van Le Régent, een prima café met terras in de buurt van de zee in Royan. Wat betreft terrassen, het is eigenlijk altijd wel prima om er te zitten maar niet altijd gemakkelijk er te verblijven. Als je er gaat zitten, verwacht je aandacht, namelijk. Dat je als gast gezien wordt en dat iemand je begroet. Wat kan ik voor u doen? Gastmensschap, zoiets. Dat je er een drankje kunt krijgen, dat staat wel vast – of ijs, of een wafel, of een pannenkoek, want we zijn wel aan zee, hè – staat ook op de kaart. Het is alleen de vraag: Wanneer? Bij Le Régent in Royan. Ik heb er weliswaar altijd een beetje moeite mee om op een terras aandacht te moeten vragen, maar hee, hè! De wereld draait dan wel niet om mij, geduld is een schone zaak, de eersten zullen de laatsten zijn, gun iemand zijn eigen ritme en moment. Dat soort gedachten, dus. Maar toch! Er waren twee obers voor ons deel van het terras – ons terras, nou ja, althans het deel waar wij zaten – maar die hadden er duidelijk geen zin in. Ze keken wel, zo nu en dan, maar ze zagen niks. Geen begin van focus op de gasten. Op ONS! Geen wuivende handen, lege glazen, geërgerde gezichten. Niets hielp. Ze rookten een sigaretje, spraken langdurig met vrienden en vriendinnen en deden alsof het terras en de gasten – WIJ DUS! – niet bestonden. We vroegen ons af of bij Le Régent wel eens functioneringsgesprekken gevoerd werden. Wij waren na tien minuten wachten zo ver dat we daar graag ons dingetje zouden hebben gedaan. Affakkelen die twee. Maar, hadden we ons niet nog maar pas geleden voorgenomen de dingen – de dingen, welke dingen – meer los te laten. Laat gaan, laat gaan, hadden we elkaar beloofd. Gelukkig, er was nog genade. Uiteindelijk vond de ober het toch nog goed dat we een glas wijn bij hem kochten.