- Het was een vreemde droom. Over het dalligste dalletje van Zuid-Limburg, tussen Ulestraten en Meerssen, bij Waterval werd een enorme spoorbrug gebouwd. Het was zeer levensecht en ook bedreigend omdat de brug ook nog boven het perceel van buurman F. doorliep en ons vanuit ons huis van ooit het zicht op het landschap benam. Raar, omdat wat ik zag een wel heel merkwaardig tracé opleverde. Over de Wijngaardsberg, bijvoorbeeld. Raar ook omdat er weliswaar verkeer is tussen Ulestraten maar ik had nog nooit iemand om een spoorverbinding horen vragen. Mogelijk hing het samen met een artikel in de Limburger, gisteren, over een man die de oude, – dertiger jaren vorige eeuw – tramlijn tussen Maastricht en Vaals digitaal had nagebouwd. Inclusief spoorbrug over een dal bij Euverum. Wat een mens al niet meeneemt naar zijn slaap. De spoorbrug die ik zag was dus in aanbouw. Hij lag boven het landschap met sterk wisselende hoogtes en de bouwmethode leek op die in YouTube-filmpjes van bruggenbouwende Chinezen. Met ingenieuze en immens grote machines die zich monsterlijk voordoen. Achteraf denk ik dat die droom misschien niet zo raar was, althans dat die zich in mijn hoofd voordeed. Ik erger me al jaren aan de manier waarop onze economie het bijna altijd wint van niet alleen natuur maar van landschap in het algemeen. En van onze gezondheid. Aan hoe de mens erin slaagt voortdurend dat te doen wat de omgeving waarin hij gezond kan blijven benadeelt. Met steeds meer infrastructuur, bebouwing en wat dies meer zij. Dromen staat voor verwerken. Nou, nu even mooi niet.