Er was een kind over de vloer. Bee had in de weken voor Kerstmis zijn komst aangekondigd. Bee is acht jaar en kan zichzelf maar moeilijk bezighouden. In de winter. Als het weer niet meewerkt en hij binnen moet blijven, als hij niet kan voetballen, het water in kan of met een schop de bodem te lijf dan houdt het even op. Maar voor een spelletje is hij altijd wel te porren. Bee is van het samen iets doen of zich een game laten inzuigen. Dat laatste desnoods urenlang. Over dat urenlang zijn de volwassenen die hem koesteren en een mooie toekomst toewensen niet enthousiast. Dus is de schermtijd per dag gedoseerd. Goed, we hadden dus Bee op bezoek. Hij kwam El helpen. Die zou vandaag een begin maken met de bouw van de Notre Dame. Gerenoveerd in Parijs, hier nog in de planfase voor de bouw. Bee kwam om te bouwen. Samen met El. Bijna niets is mooier dan een verse doos met steentjes van Lego. Ze begonnen te bouwen. Bee is slim, een jongen en soms ook net even iets te snel. Jongens doen dingen het liefst zonder de handleiding te lezen. Jongens weten alles al. De samenwerking tussen El en Bee was iets als Bee doet, El kijkt: is het goed? Na een uur bouwen vond Bee dat het tijd werd voor een spelletje. Oké, zei El, Reis door Europa? Nee, zei Bee, op de iPad. Oké, zei El, dan pak ik nu de eierwekker en zet die op dertig minuten. Oké, zei Bee. Het klonk als in een krimi.