In april 2016 waren El en ik in Duitsland. Op donderdag 21 april in Bergen-Belsen. Het was een mooie lentedag. In de cloud heb ik een stuk of zeven foto’s die ik daar gemaakt heb. Ik zie dat de bomen nog niet in het blad staan. Het kampterrein oogt nog in slaap. Het gras is grauw, nauwelijks lentegroen is nog te zien. Bij het graf van Margot en Anne Frank liggen vooral verlepte tulpen en verder steentjes, veel steentjes. Die gaan lang mee. Er moet hier op dit moment in het jaar nog weer een nieuwe levendigheid op gang komen. Veel bezoekers zijn er niet. Later in de lente en in de zomer zullen het er zeker meer zijn. Nu is het opvallend stil. Zelfs de vogels zwijgen nog. Wat voelen wij ons hier niet op onze plek, zeg maar overbodig. We lopen langs de grafheuvels waar de resten van honderden, duizenden slachtoffers van het moordzuchtige nazivolk rusten. We voelen ons voyeurs, we lopen rond in de resten van een decor van een leven en van een dood die we niet kunnen bevatten, ons hooguit kunnen voorstelllen. Toen, in 2016 maar ook nu nog altijd, na bijna tachtig jaar. Wel is er verdriet.