We reden even heen en weer naar Swalmen. Daar stond in de tuin al enkele jaren een bank met een geschiedenis. Eerder stond hij in Roermond, nog eerder in Kasen en nog eerder in Eijsden. En nu moest hij naar Merselo. Eigenlijk is het een onooglijk ding maar er zijn in het niet bestaande, virtuele familiealbum plenty foto’s met daarop de bank en op de bank een meer of minder gerenommeerd familielid. De bank moest naar Merselo omdat onze jongste zoon Dee er herinneringen aan heeft. Hij kon goed opschieten met zijn opa die na het overlijden van dierbare aanverwanten de bank – ook vanwege sentiment – uit de boedel van het ouderlijk huis had weten te verwerven. Er zijn foto’s waarop de moeder van zijn opa op die bank zit. Die bank stond op dat moment tegen de achterzijde van de familieboerderij in Eijsden aan de Breusterstraat. Dat was een achterzijde op het zuiden met uitzicht op een weide met hoogstam fruitbomen. Die foto zal uit het eerste kwart van de eerste helft van de vorige eeuw zijn. Zwart/Wit, uiteraard. Kortom, die bank heeft echt een leven achter zich. In de loop van de tijd zijn de houten planken enkele keren vervangen, gevernist, grijs geschilderd. Wat de bank tot een bank uit het einde van de negentiende eeuw en ook bijzonder maakt zijn de gietijzeren poten. In de vorm van takken, gekopieerd uit de natuur, gebruikelijk in die tijd. Gegoten in ijzer: gietijzer en dus broos en breekbaar. Maar ze leven nog. Dit weekeinde ga ik hem weer in elkaar zetten. Voor een vijfde of misschien wel zesde leven. In elkaar zetten omdat ik hem eerst moest demonteren want anders kreeg ik het geval niet mee in de auto.