Wat jullie moeten weten, vandaag is de kleine El weer eens over de vloer. Hij blijft een nachtje logeren. Dat vindt hij leuk maar ook spannend. Hij is voor een vierjarige onevenredig luid aanwezig. Zijn vader zegt dat hij ballorig wordt als hij zich verveelt. Oké, hij verveelt zich als hij met de lego speelt, met de brandweerauto en de politiewagen over de vloer ragt en als oma El met hem een boekje voorleest. Maar goed, hij is de kleinste van drie, aan de staart van de pikorde van twee oudere tamelijk bijdehante kinderen van negen en zeven die voortdurend in competitie zijn en dat niet wegstoppen. Hij houdt erg van dinosauriërs. Mijn psychologie van de kouwe grond zegt dat hij in die giganten zichzelf ziet om zich groter te voelen en te maken in zijn wereldje waarin iedereen groter en verder is dan hij. Soms roffelt hij zich als een gorilla op de borst. Aan zo’n kind zit geen volumeknop. Evenmin is een goed gesprek vol begrip enerzijds en corrigerende adviezen anderzijds de aangewezen weg naar sereniteit. Maar wat is hij lief. Hij heeft met El bij de Jumbo een toetje uitgezocht. Het werd een duobakje met yoghurt met vanillesmaak en wat m&m’s. Hij vraagt El welke kleur ze mooi vindt. El zegt geel. Hij geeft haar een gele en mij een rode. Ik zeg dat rood mijn lievelingskleur is. Hij geeft me er nog een en El krijgt nog een gele. Daar vragen we niet om, hè, dat doet hij gewoon. Het joch is niet alleen heel aanwezig als hij herrie maakt, maar vooral ook met zijn kleine dingetjes. Hij zegt soms dingen als: Daar heb jij geen zin in, toch? Of: Ik zal dat even in de keuken zetten? En tegen El: Ik ben trots op jou. En blij met jou. Hij is altijd nogal opgeruimd, vol energie en vast van plan van zijn en andermans levens iets spannends en vooral ook leuks te maken. Het is van de kouwe grond, maar toch …..