Afstand

Zo nu en dan laat ons koor zich optrommelen om ergens te zingen. Vanochtend in Museum Venray voor bewoners van Venray centrum. Vooral oudere en grijze. En omdat in ons koor ook niet iedereen meer van de jongsten is voel ik me steeds meer de wereld van de ouderen ingezogen. Daar is op zich niks mis mee maar alles in mij verzet er zich tegen. En daar is volgens mij ook niks mis mee. Het zingen ging soms heel goed, soms wat minder; zoals de dagen van ouderen ook gaan. En eigenlijk ieders dagen wel. Toen we klaar waren met zingen liep ik op mijn gemak naar huis. Vanwaar wij wonen is bijna alles in Venray dichtbij. Twee, drie straten door, twee of drie hoeken om, en ik ben weer waar ik wezen moet; zolang dat in het centrum is, hè. Na het zingen liep ik naar huis, door de Schoolstraat. Daar kwam Em mij achterop. Em ken ik al meer dan vijftig jaar. In de eerste helft van de zeventiger jaren zat ze een jaar of twee bij mij in de klas. Ze was wat docenten een prettige leerling noemen. Iemand die je graag in de klas hebt. Een leerling die meedoet maar ook weerwerk biedt en veel van zichzelf meebrengt. Ze is in de loop van de tijd een ondernemend tiepje gebleken met opvattingen en dadendrang waar je ook als gemeenschap wat aan hebt. We liepen samen verder op, de Schoolstraat in. We hadden het over dit en over dat en toen begon het ongenadig te zeiken van de regen. De sluizen van de hemel gingen open. We zochten beschutting onder de overstek van een schoenenwinkel. We kunnen even schoenen kopen, zei Em. Toch maar niet, zei ik. Ik vertelde Em hoe het er met zo’n stortbui c.q. moessonregen in Meerssen uit zou hebben gezien. Minstens vijftien centimeter water op de weg, zich wild spoedend naar het centrum van het dorp. Geheid wateroverlast. Onrust in het dorp. En verder ging het weer, over dit en over dat. Ik vind dat wonderlijk, hoe wij nu allebei zonder afstand met elkaar praten terwijl de verhoudingen dik vijftig jaar geleden toch anders lagen.