Weet je, zegt hij, het is ontzettend moeilijk aan mensen in Nederland uit te leggen wat het is, oorlog. Hij, dat is O. die we een jaar geleden hebben leren kennen. Hij komt uit Ukraïne. Dan weet je het wel. Ook wij kunnen het ons nauwelijks voorstellen. Wij zijn van de generatie direct na de oorlog. Mijn ouders, die kwamen uit de oorlog maar hebben die eigenlijk altijd voor ons stil gehouden. Of wilden er ons niet mee lastig vallen. Wij waren kinderen en waren meer gericht op knikkeren, racen met de step, zwemmen, Kuifjes lezen, groter worden, vooruit leven. Soms vertelde mijn moeder, zij wel, tijdens het natafelen over haar hongertochten vanuit Den Haag het omliggende boerenland in. En verder weg, tot in Twente. Ze was een jonge meid van iets ouder dan twintig. In het staartje van de oorlog waande ze zich in Delden in een land van melk en honing. Had ik toen als kind maar het verdriet en geluk in haar stem gehoord. Maar ja, jong en bezig met andere zaken, dus. Mijn vader kwam uit de oorlog als een angstige, boze, bezorgde, verdrietige man. Drong pas veel later tot me door. Van heel diep kwam soms nog wat vreugde. Ooit, één keer, heeft hij verteld hoe hij tijdens de bezetting voortdurend op scherp stond, want de dreiging van Arbeitseinsatz. En dat hij een keer tijdens een controle op straat iets te weerspannig was en van een Duitse soldaat een vuist in zijn gezicht kreeg. Soms kroop hij in een kast, als een razzia dreigde. En ook toen was ik niet alert of belangstellend genoeg om meer te willen weten. Het is de oorlog waarvan we een beetje hebben gehoord, waarover we wel veel hebben gelezen, die we in films hebben gezien; en dan ook nog eindeloos veel documentaires, toespraken, herdenkingen, getuigenissen. En nu zit O. bij ons in de kamer. Hij vertelt over zijn vlucht, hij is vijftien, uit Donetsk, in 2014, naar Kyiv. Over de vlucht, in 2022, naar Nederland. Over de soldaten die in 2014 op allerlei straathoeken in Donetsk opdoken, over de tanks, de demonstraties die hij vanuit het raam van zijn tienerkamertje filmde. Hij loopt met zijn vriendinnetje over de lokale flaneerboulevard en ziet hoe van ogenblik tot ogenblik zijn wereld verandert. We luisteren en horen vooral de onrust in zijn stem. We horen de emotie, de angst, de zorg, de onzekerheid. Nu wel. Maar hoe oorlog precies voelt, als je er midden in zit, dat blijft bij hem. Ook nu nog.