We reden vandaag naar Heerlen. Er scheen een heerlijke zon. Dé heerlijke zon. Die ene. Laag aan de hemel want winter. Op de heenweg fel, recht in de ogen, op de terugweg fel in de spiegels. Op de heenweg, na Venlo, op de oostelijke maasoever steeds meer sneeuw. Toen we in Heerlen op een nogal onberoerd besneeuwde parkeerplaats uit de auto stapten, zakten we tot over de enkels in de witte deken. Twintig centimeter, dacht ik. We gingen op visite. Het kwam er eindelijk van. Familie was verhuisd van een vrijstaand huis naar een appartement. Verstandige ouderen die kleiner, zorgelozer wilden wonen. En dat was gelukt. We kenden uit eigen ervaring de behoefte, de noodzaak, het besluit dat doorstroming mogelijk maakt en waarvan je gelukkig wordt. We hadden goede gesprekken over verstandige besluiten, ernstige aandoeningen en daarmee omgaan, andere familie, dronken koffie en kregen daarbij kruisbessenvla(ai) met daarop een laag meringue. We waren in Limburg, immers. Nou, meer nog in Zuid-Limburg en juist daar heeft de kruisbessenvla(ai) zijn natuurlijke habitat. En Heerlen ligt op de rand daarvan. Het eten van kruisbessenvla(ai): het plezier van leven in het moment.