Chocolade

Elk voorjaar neem ik mij voor geen paaseitjes te eten. En vooral ook ze niet te kopen. Want dat gaat eraan vooraf. Maar toch, iets met zwak vlees. Ik heb er nu, terwijl ik dit geschreven heb en even daarvoor, een stuk of vier uit hun zilverpapieren schilletjes gepeld en opgegeten. Er is echt geen kruid tegen gewassen, tegen de verleiding van chocolade in deze vorm, in deze tijd van het jaar. Wat ik wel kan is het uitstellen van de aanschaf ervan. Ook dat kost kruim, maar het lukt. Maar Pasen nadert nu echt en chocolade dient zich in de schappen van de winkels net zo vanzelfsprekend aan als elke dag meer daglicht. Dus, op een gegeven moment – vandaag dus – is het hek van de dam. Dan houd ik het niet meer. Dan is er diep in mij een soort van monster, zeg maar liederlijke hebberigheid, gegroeid waar vooral het gezond verstand niet langer weg mee weet. Ik weet verdomd goed dat er van alles in mijn lijf niet blij van wordt maar dat alles zit niet meer aan de knoppen. Daar zitten bij het niet langer aarzelend maar zeer merkbaar lengen van de dagen de broertjes zoetzucht, zwakwil en plukdedag, de Kwik, Kwek en Kwak van koning suiker. Zij bepalen, zwaar tegen mijn wil, anderhalve week lang mijn lot. Het zij zo. Vooral blijven bewegen, zeg ik voortdurend tegen mij.

Hans

Hij trekt nog door het land, Hans Dorrestijn. We gingen vanavond – het is zijn laatste tour – nog maar eens kijken naar die vleesgeworden lijdzaamheid, somberheid en rampspoed. Het was een optreden zonder pauze en dat was maar goed ook want anders waren we toen weggegaan. Hans zou er zeker en vast hartelijk om gelachen hebben want hij kan humor zien in alles wat een mens aan ongemak op het pad komt. Zelf zei hij: Het houdt een keer op. Hij bedoelde: na vanavond of op het moment dat mijn tour voorbij is. Mijn ongemak vanavond was dat het echt al eerder opgehouden was. Het sterkst was Dorrestijn vanavond toen hij het spotlight zette op zijn hem en ons allen ontvallen collegae in het cabaret en wat oude krakers uit zijn archief lichtte. Desondanks: Hij had als vanouds de zaal mee. Ook omdat hij de kaart van zijn gevorderde leeftijd groots uitspeelde. Leuk oudje.

Eksters 2

Het wordt, denk ik, niks met dat eksternest in de boom tegenover ons appartement. Het eksterpaartje slaagt er maar niet in de takken en takjes die het maar aan blijft slepen op hun plek te krijgen in de takkenvork van hun keuze. Onder de boom, ik schreef het gisteren al, een groeiende hoeveelheid hout die voor hun nest bedoeld was. Ze hoeven in principe niet ver meer te vliegen. Het bouwmateriaal ligt voor het oprapen. Ik vraag me af waar de klunzigheid van de twee geliefden toe gaat leiden. Een nieuwe takkenvork kiezen lijkt mij de meest voor de hand liggende optie. Ik ben namelijk bang dat dit, als het nog een paar dagen doorgaat, op een scheiding uitloopt. Tenzij het team van Help, mijn man is klusser, ook voor vogels aantreedt. Één plankje op de juiste plaats kan het verschil maken.

Eksters

Volgens mij zijn eksters nogal arrogante vogels. Type kijk-mij-eens-en-probeer-me-niet-te-intimideren-want-ik-pak-je-terug. Dus. Nou, we hebben hier een nogal indrukwekkende paardenkastanje tegenover ons appartement staan. Daar had een koppel eksters vorig jaar een stevig ogend nest. Maar, dat heeft zich in de loop van de herfst en de winter takje voor tak moeten overgeven aan de wind. Dat ging zo langzaam dat ik dacht dat die twee dit voorjaar een mooi fundament voor een nieuw nest zouden aantreffen. Niet dus. En nu zijn ze bijna radeloos dagen lang op zoek geweest naar een geschikte takkenvork. Ze vlogen boom in, boom uit, hopten de hele boom tientallen keren in alle richtingen door, gingen zo nu en dan in een dakgoot ernstig naar hun boom zitten kijken totdat ze – voor ons – rechts bovenin het ideale plekkie leken gevonden te hebben. Opvallend: Het is niet het plekkie van vorig jaar. Was het dat maar geweest. Nu vliegen ze af en aan met takje na takje maar geen enkel heeft nog kunnen aarden in de gekozen vork. Al twee dagen lang zie ik niets dan klunzige pogingen tot nestbouw. Ongetwijfeld zijn eksters goede nestbouwers – dat van vorig jaar hield lang stand, immers – maar de gekozen vork lijkt niet mee te willen werken. Onder de boom liggen inmiddels genoeg takjes en takken om een comfortabel nest mee te bouwen. Ik heb met die twee te doen. Misschien moeten ze het door hen gekozen plekkie in de boom heroverwegen. Wat ik vind: Het past niet bij hun branie, dit klunzen.

#wordtvervolgd

Zelfscankassa

Er wordt nogal wat afgeschreven over de zelfscankassa, de laatste tijd. Begon het met het bericht over het toegenomen aantal gevalletjes diefstal waarvan Jumbo een aantal weken geleden melding maakte? Hoe dan ook, afgelopen weekeinde maakte Volkskrant Magazine er een flink aantal pagina’s aan vuil. Daarin kwamen wat dieven uit overtuiging aan het woord. Ze wisten allemaal dat ze fout zitten met hun gedrag maar hebben uiteenlopende argumenten zich er toch kiplekker bij te voelen. Het bontst maakte het een mevrouw die zich in haar rol als dievegge een moderne Robin Hood waant. Ze sarde er de allerrijksten mee, toch? En ze kocht vaak ook ook iets voor een dakloze die buiten staat. Ja, ze had ook wel een soort van schuldgevoel maar dat was dan vooral richting medewerkers, al dan niet van kleur. Die manipuleerde ze en dat kon omdat ze behoort tot de wegens wit zijn geprivilegieerden. Maar ermee ophouden, nee dat niet want Ik heb echt schijt. Wat ze niet meenam in al haar overwegingen was dat uiteindelijk wel betalende medeconsumenten de rekening voor haar gedrag betalen.

Kort

Heel even, heel kort. Vandaag heeft een journalist van de Limburger het over heemlozen. Een wijk in Venray wenst geen flexwoningen voor onder andere heemlozen in de buurt of in de buurt van de buurt. Maar, het bijvoeglijk naamwoord heemloos bestaat niet in het Nederlands, evenmin het zelfstandig naamwoord heemloze. Althans, de taaladviesdienst van Onze Taal geeft geen sjoege, geeft niet thuis, vindt niets in zijn database als je heemloos of heemloze intikt. Een Duits woordenboek vermeldt enkel heimlos, het bijvoeglijk naamwoord dus. Hier heeft een redacteur zich weer eens laten verleiden zich zonder na te denken te laten inspireren door zijn streektaal, een van de varianten van het Limburgs, aanhakend aan Duitse invloeden. En daarbij heeft hij ook zijn eigen creativiteit aangeboord. Ik heb in al mijn Limburgse jaren nooit iemand het woord heemloze horen gebruiken als dakloze werd bedoeld. De Duitser spreekt dan van Obdachloser, übrigens.

Moment

Die ochtend werd ze wakker met een groot verdriet. Ze kende de aanleiding niet en dat maakte haar onzeker en duizelig. Het moest haar overkomen zijn in haar laatste droom van die nacht. Voorzichtig overeind komen. Ze bleef lang op de rand van het bed zitten. Haar ogen prikten. Ze stond langzaam op, liep naar het raam en trok het rolgordijn omhoog. Het uitzicht over het dal was groots. Het licht van de nog laagstaande zon scheerde over de bevroren weiden nadat het zich in het bos daarachter in lange strepen tussen de zware stammen en kale takken van de oude bomen een weg had gebaand. Niets bewoog, zo van een afstand. Ze keek naar een foto. De tijd gevangen in een moment. Maar, hoe groots ook, het veranderde niets aan het verdriet. Dat had zich losgemaakt van het moment. Ze draaide zich om en liep naar de tafel. Haar ogen bleven prikken. Deze dag zou lang gaan duren.

Bossche bol

De zon scheen en de terrassen op de Markt die op het zuiden liggen, zaten stampvol. Het duurde even maar toen we eenmaal een plek gevonden hadden kon wat ons betreft de lente beginnen. We bestelden koffie. En iets te eten. Aan het tafeltje naast ons zaten twee echtparen. Dagjesmensen, net als wij. Niks mis mee, maar zij waren hier voor de plaats waar we waren: Den Bosch. Ze spraken een variant van Engels, zacht, bescheiden als Engelsen uit het boekje. Wij waren er omdat we in een nogal speciale winkel moesten zijn. Zij waren hier, dacht ik, ook voor de Bossche Bol. En ze dronken koffie verkeerd. Veel melk in de thee, dan ook in de koffie. Engelsen. De eenheid van keuze voor deze versnaperingen leek me het ultieme bewijs dat een reisadvies hen naar dit terrasje had geleid. Werden ze er gelukkig van? Bossche Bollen worden geserveerd op ondermaatse bordjes met onhandig ondermaatse messen en vorken. Het was een uitdaging niet onafgebroken te kijken naar de slachting die de vier keurige Engelsen op hun bordjes aanrichtten. Voor ons een van de redenen om nooit in het publieke domein aan te vallen op Bossche Bollen. Chocolade en slagroom all over the place. & the face! Als je de verleiding van het eten van een Bossche Bol echt niet kunt weerstaan en alle vlekken voor lief wilt nemen, dan is ons advies: Eet een Bossche Bol thuis aan een met plastic afgedekte tafel en een beddenlaken om. Bijkomstig geluk: Je douche is om de hoek. Goed, dat komt allemaal in een bekommerd hoofd voorbij als aan een tafeltje naast je op een terras op de Markt in Den Bosch vier keurige Engelsen doen wat hun reisgids hen adviseert. En toen kwamen gelukkig het broodje gerookte zalm en de salade geitenkaas.

Bußgeld 4

Bericht uit Karlsruhe: de zaak is geseponeerd. Ons verweer heeft dus gewerkt. Zie ook de berichten Bußgeld 1, Bußgeld 2 en Bußgeld 3 op respectievelijk 27 en 28 februari en 2 maart.

Tandarts

Het was niet druk in de wachtkamer van de tandarts. Het is een nogal spierwitte ruimte. Ik krijg het er altijd wat koud. Uit een van de behandelkamers kwam eerst een rollator en daarna een zeer broze, oude dame in een opvallende, gele jurk. En met een creatief knotje en een nogal erg aanwezige designer bril. De rollator was blauw. Ik kon me niet voorstellen dat deze mevrouw nog iets bij de tandarts te zoeken had. Ik vond dat een kwalijke gedachte. Maar, gedachtes zijn lastig terug te draaien. En zolang ik hem niet had uitgesproken, kon de dame zich ook niet beledigd voelen. De oude dame schuifelde naar de balie, terwijl een wat bozig kijkende oudere jongen, geheel in legergroen gestoken, ook in de wachtkamer, opstond en zich bij haar voegde. Ik schatte hem in als een zoon die voor de gelegenheid was opgetrommeld. Ma moest naar de tandarts en dus was hij vanochtend zeer tegen zijn zin zijn moeder gaan ophalen. Dadelijk zou hij haar weer norsig bij haar huis afzetten. Hij zou nog even blijven kijken hoe ze haar huis zou binnengaan, maar daarna zou hij ook weer gas geven, snel naar huis. Genoeg de goede zoon gespeeld. Of woonde hij nog bij haar in? Kookte zij nog elke dag voor hem en deed zij zijn was? Maar goed, nu moest er een nieuwe afspraak worden gemaakt. Ja, voor over een half jaar. Ik vond het wat ver weg, over een half jaar, voor zo’n oude dame. Leefde ze dan nog wel? Ik schrok er zelf van. Ik realiseerde me, ik had geen beste dag, wat gedachtes betreft.