We zitten weer op ons balkon maar nu is het warmer dan gisteren en het nieuws is minder urgent. Of eigenlijk: helemaal niet urgent. Er is écht, helemaal geen zuchtje wind, de grote kastanje tegenover staat doodstil. Er beweegt echt zo goed als niets aan. Net kwam Mensen Zijn Gemaakt Van Dun Papier voorbij. Uit de luidspreker op tafel. Zachtjes, want de buren. Als een grote boom zo stil kan staan als de boom hier tegenover dan ga je nog geloven dat het mogelijk is dat mensen zijn gemaakt van dun papier. En ze staan broos en breekbaar in de windstilte. Maar ze staan. Het kan. Zou het waaien, dan is dun papier het laatste waarvan je gemaakt wilt zijn. Denk Rizla+ blauw en je weet dat je zoek en verloren raakt als de wind opsteekt. Die neemt je mee als een herfstblad in de wind. Water- en weerloos. Mensen Zijn Gemaakt Van Dun Papier is een lied van Jonas Winterland. Het duikt met regelmaat op in mijn Vlaamse speellijst. Ik houd zeer van mijn Vlaamse speellijst maar daar gaat het nu niet om. Wat ik wil zeggen: Asielzoekers, juist ook asielzoekers zijn gemaakt van dun papier. Beste burgers, behoed ook hen voor de gure en nietsontziende wind van rechts. Geef ze een boom als hier tegenover om onder te schuilen als die wind opsteekt. Die wel wild beweegt als die wind opsteekt maar blijft staan. Ware hij een mens: zijn morele rug recht houdt.
Rutte Vijf
We zitten op ons balkon. We hebben uitzicht op een prachtige kastanje. Een wilde kastanje. Het is sowieso een mooie avond. Via Twitter: Kabinet gevallen. Nu betaalt zich uit dat Kaag haar rug niet recht hield tijdens de nacht waarin Rutte weggestuurd had moeten worden. Het zou waarschijnlijk niet onmiddellijk geholpen hebben want dat duikelaartje zou vervolgens de verkiezingen weer gewonnen hebben. Hij won ze trouwens. Maar dan had hij over rechts moeten regeren. Dat zou tot een zo mogelijk nog groter fiasco hebben geleid dan nu het geval is. Dit land is overigens wel aan een fiasco toe. Een fiasco is goed voor een land dat uit een weerspannige niks-is-meer-goed stilstand aangejaagd dient te worden. Als maar in godsnaam in het najaar de Lieve Heer verhoedt dat de PvdA en GroenLinks zich geroepen voelen bestuurlijke verantwoordelijkheid te nemen om daar (weer) een vette prijs voor te betalen. Tenzij ze samen tachtig zetels halen. Ik ben inmiddels bijna zo ver dat ik denk dat Rutte de verkiezingen in het najaar maar weer moet winnen en zich dan gedwongen ziet te gaan regeren met BBB, PVV, JA21 en de nog rokende puinhopen van het CDA. En FvD? Ik gun Nederland de komende jaren beter maar soms is het nodig hardhandig tot het besef te komen dat Rutte c.s. ons leiden naar de poorten van de rechtse neoliberale hel. Maar, het is ondanks alles een mooie avond. De temperatuur is aangenaam, ons uitzicht is prima, morgen doen we weer leuke dingen, we leven bij de dag en houden goede moed. Maar (drama) wat is er van mijn Nederland geworden?
Fles
Het baby’tje was waarschijnlijk een maand of drie oud. Ik zeg waarschijnlijk omdat ik niet zo goed ben in het schatten van de leeftijd van baby’s. Plus, ik moest schatten vanaf een meter of twaalf. Waarschijnlijk vijftien, omdat ik ook niet zo goed ben in het schatten van afstanden. Het konden er net zo goed tien zijn. Het waren er wel zeker geen twee en ook geen vijftig. Terwijl mama verliefd toekeek, maakte papa een fles klaar. Het ontging me hoe een en ander de juiste temperatuur kreeg voor een baby van een maand of drie. Dat kwam doordat mijn aandacht was afgedwaald naar een opa en een oma met twee jochies van waarschijnlijk vijf en zeven die midden op het grote gazon met de prachtige oude bomen een beetje rondhingen bij de ijzeren draak. Of slang. Ik heb me altijd afgevraagd wat het is. Mogelijk was het stalen object in het park bedoeld als een slang met de kop van een draak. De kop van de draak of de slang bewoog langzaam mee op de kracht van de af- en aanwakkerende wind. Toen ik weer naar het jonge gezinnetje keek, was mama weg en gaf papa de baby de fles. Aan de voeten van papa lag een labradoodle uitgeteld een dutje te doen. Een zo van een afstandje comfortabel ogende kinderwagen maakte het plaatje compleet. Zo hoort een jong gezinnetje er anno 2023 in ons cultuurlandschap uit te zien, dacht ik. Mama en papa waren begin of misschien halverwege de dertig en alles was perfect. Goed in de kleren, kinderwagen uit de babydump, en – veronderstelde ik – flessenwarmer met accu. Hoe anders drinkbaar-warme melk? Midden op een terras. Ze waren ongetwijfeld lekker op streek met hun carrières, beiden in deeltijd, schatte ik, beiden vier dagen in de week, alles mooi in evenwicht. Twee keer per week naar fitness. De baby op werkdagen één dag naar zijn ouders, één dag naar haar ouders en één dag naar Kinderopvang Het Blauwe Olifantje, kortweg de Kiohbo. Drie dagen want daarnaast één échte mama- en één échte papadag. De baby lag ondertussen genoeglijk de fles leeg te drinken. Toen die leeg was, legde papa de baby aan borst en schouder voor de rituele lieve, zachte klapjes op het ruggetje. Wachten op het boertje. Op dat moment kwam mama teruglopen uit de lobby van het hotel. Bij het tafeltje begon ze de babyspulletjes bij elkaar te zoeken, stopte ze in een luiertas die ze onderin de kinderwagen legde. Waarna papa de inmiddels slapende baby een verdieping hoger onder de dekentjes schoof. De labradoodle kwam tot de conclusie dat zijn dutje z’n beste tijd gehad had en stond langzaam op. Was iedereen klaar? Op zijn gemak liep het jonge gezinnetje het pad op, het park in. Over drie uur weer een fles. Waar dan?
Hart
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Ik was vrijdag al vroeg hardnekkig wakker. Het werd vijf uur, half zes, zes uur en om half zeven hoorde ik een merel. Een merel, fluiten, begin november, de eerste nachtvorst is al over de gewassen heen. Even dacht ik dat het mijn tinnitus was. Dat zich een merel in mijn oor genesteld had. Dat heb je met tinnitus, dat je geluiden hoort die er niet zijn. Soms blijft bijvoorbeeld het geluid van de hier met regelmaat voorbijrazende ambulances en politiewagens nog een paar uurtjes in mijn oren na-alarmeren. Maar meestal ruist, zoemt en piept het er vooral zo’n beetje en is er in de verte altijd het tikken van een wekker te horen. Zo is de tijd altijd in mij aanwezig. Voor als ik mocht denken dat ik onsterfelijk ben.
Niets onsterfelijker trouwens dan de zure manier van met elkaar omgaan in de gemeenteraad van Meerssen. Ik kan daar nauwelijks nog schouderophalend aan voorbij gaan. Vorige week maandag was er weer een raadsvergadering. Er zouden twee verse wethouders geïnstalleerd worden. De hand kon weer aan de ploeg. Schouders eronder. Maar, ruzie maken over de agenda was toch nog even belangrijker. In plaats van de kerk gewoon eens een keer in het midden te laten – zo van: wij zouden dit stuk ook graag nog even willen bespreken; nee hoor, wij liever niet, want het kwam een beetje laat binnen; nou oké omwille van de lieve vrede bij een nieuwe start, we willen graag dat we binnenkort weer goed met elkaar door één deur kunnen, bespreken we het later eens; oké laten we proberen weer vriendjes te worden – werd het orgel van de verwijten weer eens wagneriaans bespeeld. Jullie geen respect voor ons, dan wij geen respect voor jullie. Jongens en meisjes van de raad, als betrokken en kritisch burger heb ik het wel gehad met dat gedoe. Vergeet het schoolplein. Het kan echt anders.
Maar, wat hadden we nog meer de afgelopen week? Oh ja, de verkiezingen in de Verenigde Staten. Heb je net je zegje gedaan over de gemeenteraad in Meerssen, kun je meteen op herhaling. Maar ik ga het nu niet over dat grootste kind van het schoolplein hebben. Al maak ik me wel grote zorgen over wat dat in de laatste maanden van zijn presidentschap allemaal nog kapot kan maken. Wat ik wil zeggen, ik verbaasde me over sommige media in de US die het grootste kind tijdens een van zijn vileine toespraken uit de lucht haalden. Wegens te veel leugens, onwaarheden en verdraaiingen. Ik denk dan: Had dat de afgelopen vier, vijf jaar maar wat vaker gedaan. Dat had een wereld van verschil kunnen maken. Arm Amerika.
Tijdens al het lokale en Amerikaanse politieke geweld ontging me bijna de actie Hartenkreet. Het is de eigen versie van de gemeente van een landelijke actie (www.aandachtvoorelkaar.nl). De overheid vreest dat we tijdens deze tweede ronde ophokken te weinig aandacht hebben voor elkaar. En nu gaat er in de gemeente een groot hart van hand tot hand. Ik vind dat prima, goed initiatief. Wat mij betreft gebeurt dat ook met echte harten. Laat je kennen, ben orgaandonor!
Min of Meer – 11 november 2020 – week 46
Gewoon
Eerder gepubliceerd op de website van Meer Vandaag, lokale omroep Meerssen, in de rubriek Min of Meer.
Het is zondagmorgen, er schijnt een gammel zonnetje en er doemt bewolking op. Het zal gaan regenen. Het is Allerheiligen en morgen is het Allerzielen. Dan staan we stil bij de mensen die we in de loop van de jaren verloren. Het kan bijna geen toeval zijn dat dit kerkelijke moment in de herfst valt. Als de natuur uit zijn krachten is gegroeid en in winterslaap gaat. Nog nooit heb ik meegemaakt dat dan over de graven geen afgevallen, dode, droge bladeren dwarrelen. Of verkleefd van het water aan de grafstenen plakken. Wat wel toeval was; vrijdag stapten we in de auto om naar Roermond te rijden. Het voelde bijzonder. Op vijf november zou Gunter Demnig naar de gemeente Meerssen zijn gekomen om er zestien Stolpersteine te leggen. Maar, La Corona heeft het niet zo laten zijn. We zullen ze zelf moeten leggen. De steentjes waren per koerier naar Roermond gestuurd.
Het voelde bijzonder, dus. Al duurde het even voor ik er achter was waarom. Toen we terugreden realiseerde ik me dat de mensen van wie de namen op die steentjes staan en die we nu van noord naar zuid brachten tijdens de Tweede Wereldoorlog van zuid naar noord waren gereisd. En niet omdat ze daar zin in hadden. Ze waren door de nazi’s weggevoerd naar kamp Vught, naar kamp Amersfoort, naar kamp Westerbork. En vandaar verder naar werk- en vernietigingskampen in Neuengamme, Sobibor, Auschwitz. Ze reden nu achter in de auto met ons terug naar huis. Denkbeeldig, maar toch. In het voorjaar van 2021 zal de werkgroep Stolpersteine gemeente Meerssen hun steentjes leggen voor huizen in Geulle, Weert en Meerssen.
Ondertussen ben ik er wel achter gekomen dat we van veel mensen die we in de loop van de tijd verliezen, eigenlijk zo weinig weten. Ook in onze eigen families. Op zoek naar de levens van de mensen van wie de namen op ‘onze’ Stolpersteine staan, kwam er eigenlijk nooit iets nieuws boven water. Elk jaar werden hun namen genoemd tijdens de Dodenherdenking op vier mei maar dat was toch niet voldoende aanleiding hun geschiedenissen te schrijven. Toch hebben ook in die levens grote vragen om een antwoord gevraagd. Laat ik me dopen of toch maar niet? Gaat me dat redden of niet? Stap ik op de trein naar Vught of duik ik onder? Ga ik werken in Duitsland of ga ik in het verzet? Houd ik me gedeisd of pleeg ik aanslagen? Leven mijn kinderen nog? Had ik ze kunnen redden?
We zijn te druk met onze eigen levens en leggen daar al zo weinig van vast. Wie houdt er nog een dagboek bij? Wie legt de jaren vast in foto’s? Laat staan dat iemand de levens van andere gewone mensen in kaart brengt. Alleen, hoe gewoon waren die mensen die gewild of ongewild in het oog van de storm die Tweede Wereldoorlog heet verzeild raakten?
Min of Meer – 4 november 2020 – week 45
Zorgen
Als je vanuit Meerssen het Geuldal inloopt, vanaf de Markt over de Gansbaan en Hoekweg, over het spoor naar het Gemeentebroek en de Nachtegaal, loop je dan de natuur in? Is dat de poort naar échte natuur? Mijn innerlijke liefhebber van natuur – die ik koester als een apin haar pasgeboren jong – weet het ook niet meer. In het Geuldal lopen grote grazers om de begroeiing kort te houden, meandert een volgens Josse de Voogd magisch riviertje – de Geul, dus – en liggen weidse velden en fraaie hellingbossen gezusterlijk paradijselijk en rustgevend te zijn. Maar is natuur rustgevend? En als het onweert in het Geuldal? Wat dan? En zijn grote grazers natuur? En korte begroeiing? Is een riviertje dat magisch gevonden wordt natuur? De combinatie? In het volgens het kabinet best mogelijke landbouwakkoord dat Nederland nooit gehad zal hebben, gaan onze boeren ook een natuurtaak vervullen. Ze krijgen er zelfs voor betaald, voor natuurbehoud en natuurherstel., voor natuurbeheer. Ik maak me daar ernstig zorgen over. Want, zijn we het in Nederland wel eens over wat natuur is? Wie bepaalt dat? En wat is precies natuurbehoud? Is dat in stand houden wat we nu hebben? Waar échte natuurvrienden al lang niet meer blij mee zijn? En wat is natuurherstel? Hoever moeten we terug? Naar 2000, 1970, 1950? Naar de natuur van Nescio, Frederik van Eeden, Theo Thijssen, Schiller, Goethe, Schubert? De oermens? Welke criteria hanteren we? De gemiddelde temperatuur in Nederland over de laatste 100 jaar? Hoe biodivers moet ons landschap zijn of worden? Hoeveel en welke soorten torren en kevers moeten er optimaal zijn in relatie tot welke vogelsoorten? Wanneer is natuurevenwicht voldoende evenwichtig? Of is nog evenwichtiger nog net iets beter? En waarvoor precies, dan? Hoe denken natuurkenners, klimaatverontrusten, bioboeren, varkensmesters, schaapherders, leliekwekers, Compaxo, Vitelia, Unilever, Heineken, Bayer over een en ander? Ik heb de antwoorden niet. Wel – en ik denk velen met mij – de zorgen. Heel grote zorgen.