De muis
Misschien zijn we in het gezelschap van nog een muis, of twee of drie, maar die hebben zich dan nog niet aan ons bekend gemaakt. Die andere muis, overigens, hádden we want een muizenval is snel gekocht. Ik ging daarvoor naar de Boerenbond in het dorp next door. Eigenlijk was ik van plan dat op maandag te doen maar ik ging nu toch maar op zaterdag, én met enige spoed. Ik had – getriggerd door een vage beweging in een ooghoek – de muis net ontspannen speurend langs de plint van de woonkamer zien schuifelen en vond het beestje nu toch wel erg brutaal worden.
Met een slaperig hoofd had ik de muis voor het eerst gezien enkele dagen eerder, op een ochtend in de keuken. Hij zat doodstil maar alert en heel schattig – zoals muizen dat kunnen, met dat spitse snuitje en die voorpootjes – tegen de plint onder een keukenkastje en schoot weg op het moment dat ik met een opgerolde krant in de hand in actie kwam: achter een kastje, uit het zicht. Ik dacht dat we binnen enkele dagen maar een muizenval moesten kopen. Wie maakt zich druk om een schattige muis? Ik niet. In ons schone huis is voor een muis schraalhans keukenmeester. Binnen enkele weken zou de hongerdood genadeloos toeslaan.
Terug naar de zaterdag. Vanaf de plint scharrelde de muis op zijn gemak – hij maakte nog een klein, vertederend hupje – tot onder de kast met de audio. Ik moet zeggen, de wetenschap van een muis onder de kast maakt onrustiger dan de grootte van het diertje op het eerste gezicht aannemelijk maakt. Ik zat de krant te lezen en kon het niet laten om de vier regels – smalle kolom – even op te kijken om te zien of de muis alweer op pad was naar een andere plek waar hij iets te happen vermoedde. Dat maakte het bezit van een muizenval nog urgenter. Ik stond op.
Lang verhaal kort, als gezegd: die muis is nu dus dood. Hij heeft de zondag niet meer gehaald. Bij de Boerenbond vroeg de verkoper vriendelijk of ik het zou redden ‘met een ouderwetse muizenval, zo’n houten’. Nou had ik bij het spannen van zo’n geval wel eens een vinger meer dan nodig pijn gedaan maar ‘Ik dacht van wel’. Toch, hij opperde dat ik eens ‘een meer innovatieve’ moest proberen. Makkelijker te spannen en mét een lokstof. ‘Niet veel duurder.’
De val bleek een lethal weapon. Volgende keer ga ik voor een muisvriendelijke val.