Leeuwin 2

Vervolg op tekst van gisteren.

Was er tien jaar geleden dus nauwelijks bezoek aan de kaap te bespeuren, nu arriveren we er ’s morgens om 10.15 uur en staan er al twee grote bussen, een handvol campervans en tientallen auto’s. Er is een compleet bezoekerscentrum met info en een entree van vijf dollar. Dat laatste ontgaat ons en we lopen gewoon door. Ook is er koffie met muffins en dergelijke te koop. Een eenvoudige lunch behoort ook tot de mogelijkheden. In plaats van een onbekommerde plek treffen we een attractie met hekken er omheen. De verandering tekent de ontwikkeling die ook dit deel van Australië doormaakt. Het toerisme wordt meer en meer geëxploiteerd. Het werpt bij L. de vraag op hoe dat nu bij de Pinnacles – 180 kilometer ten noorden van Perth – is. Daar was tien en acht jaar geleden niets maar dan ook niets te koop terwijl de toeristen er in een bloedstollende hitte af en aan reden. We besluiten niet te gaan kijken. Je kunt ook te veel gekke dingen willen in te korte tijd. Van Perth naar Cape Leeuwin rijden is net zoiets als vanuit Maastricht op en neer naar Groningen om te kijken of de Martinitoren nog recht staat. Voor Cape Leeuwin hebben we dat over. Omdat Cape Leeuwin voor ons echt iets betekent én omdat we dan weer eens een nacht in het Margaret River Hotel kunnen doorbrengen. Dat ligt in het plaatsje Margaret River dat al lang – zeg maar een jaar of tachtig – faam geniet als idyllische buitenplaats voor de gegoede burgerij van Perth. De oceaan – op ongeveer 10 kilometer van Margaret River – heeft er bovendien een uitstekende surf en het ligt midden in een prachtig wijngebied met onder andere langs Caves Road – 100 kilometer geasfalteerde landweg met middenstreep tussen Augusta in het uiterste zuiden naar Busselton in het noorden, ongeveer 230 kilometer onder Perth – tientallen wineries op prachtige estates, parkachtige landgoederen met daar omheen uitgestrekte wijngaarden. Sommige met guestrooms en een restaurant dat een zekere status heeft. Ook wat dat betreft heeft dit gebied zich sterk ontwikkeld. Je hebt er nu tientallen café’s. bistro’s en restaurants. De koffie is het niveau van International Roasted, voorheen hét Australische huismerk, ver ontstegen en overal zijn smakelijk hapjes met de meest exotische namen te koop. De Engelse keuken is hier een harde dood gestorven en de Italiaanse en Franse keuken hebben de lokale smaak definitief op sleeptouw genomen. In Margaret River tref je een mix van mensen zoals je die ook in Zuid-Frankrijk wel aantreft. Je hebt er gepensioneerden die in hun dure huizen van het moment genieten, kunstenaars die dichtbij hun mecenassen schilderijen met titels als Dreaming voor boven de bank produceren, surfers op leeftijd die het maar niet kunnen laten en de youngsters de fijne kneepjes bijbrengen, backpackers die de sfeer komen proeven en daar op hun manier vervolgens ook een bijdrage aan leveren. Ik kan er niets aan doen, maar ik vind dat Margaret River zijn onschuld die ik me van tien jaar geleden herinner, verloren heeft en enigszins over the hill is. Margaret River Hotel hoort bij de vaste inboedel van Margaret River. Er lijkt in de loop van decennia niet veel veranderd. Ondanks een aantal updates blijft het imago intact. In een van de ruimtes hangt een grote foto van Sydney toen daar Harbour Bridge nog niet over Sydney Harbour lag. Circular Quay is ook voor ons herkenbaar. In de lobby beneden hangt een spiegel van Heineken. Ook die herinnert aan oude tijden. Hoewel die natuurlijk net zo goed van gisteren kan zijn. Marketing heeft zo zijn eigen wetten. Maar de spiegel draagt wel bij aan het algemene gevoel van nostalgie die in het hotel uit alle naden kruipt. Na Cape Leeuwin rijden we terug over Caves Road. Er staat veel in bloei langs deze scenic drive waar je om de honderd meter kunt stoppen om er weer een mooi plaatje te schieten. We beperken ons. Natuurlijk zien we ondertussen nog familie. Daarvoor zijn we met name in Perth. De begroetingen en ontmoetingen zijn als vanouds. We kunnen goed met elkaar overweg en pakken de draad op alsof we die gisteren nog vasthielden. Het is leuk om hier te zijn.

Leeuwin

Geschreven op zaterdag 27 september 2008

Dinsdag is het mooi weer en besluiten we eens te kijken hoe het Perth de afgelopen jaren vergaan is. Er is ontzettend veel veranderd. De stad is drukker en voller dan ik me van acht jaar geleden herinner. Ze lijkt meer op Sydney en heeft een bepaald soort slaperigheid van zich afgeschud. Ze straalt ook meer. Er is alleen nauwelijks parkeergelegenheid. We raken in King’s Park verzeild en hebben vandaar een mooi uitzicht over de stad. De Botanic Garden in het park ligt er geweldig bij. Niet dat ik zo veel met planten heb – ik heb meer met bomen – maar het is hier op de rand van winter en lente en er staan ontzettend veel planten volop in bloei. We kuieren wat rond, genieten van de warmte van de zon. Genieten omdat de zon hier nog niet de hitte heeft die we van de oostkust en met name Cairns gewend waren. Daar begon de zon al stekend heet te worden en was er van genieten dus niet meer echt sprake. De zon, besluiten L. en ik, is in de vroege lente op z’n lekkerst. Altijd en overal. Woensdag en donderdag heen en weer geweest naar Cape Leeuwin. Steekt in het water op de plek waar de Southern Ocean en de Indian Ocean op elkaar lopen. Of beter: stromen. Dat geeft een hoop commotie in het water en maakt de wateren op die plek gevaarlijk. In de negentiende eeuw zijn er tientallen schepen op de rotsen gelopen. Toen het te gortig werd, besloot de regering van de toenmalige Engelse kolonie in het zuidwesten van Australië dat een vuurtoren een einde moest maken aan het gissen van kapiteins en dat die voortaan op zeker de kaap moesten kunnen ronden. Na enig geharrewar over de precieze plek voor een lighthouse werd gekozen voor Cape Leeuwin. Nadat de vuurtoren in bedrijf was genomen nam het aantal ongelukken drastisch af. Toen L. en ik tien jaar geleden voor het eerst in Australië waren, was dit de plek die het meest indruk op ons maakte en sinds die tijd gaan we er steevast even naar toe als we in de buurt zijn. We waren er toen praktisch alleen, onder een stralend blauwe hemel, op onverzettelijke rotsen, omgeven door wild opspattende golven. We konden gaan en staan waar we wilden. De wereld was er klein en tegelijkertijd zo ontzettend groot. We hebben Cape Leeuwin – die haar naam te danken heeft aan die van een Nederlands schip van de VOC, de Leeuwin, dus, dat er ooit met man en muis verging – in de loop van tien jaar sterk zien veranderen. L. was er vijf keer, ik drie. 

Als ik er aan denk, kijk ik morgen even of er over die sterke verandering nog iets te vertellen valt.

Vier

Ik zou ze laten liggen, zei de man. Je weet hoe dat straks gaat. Je zet dat zakje in de la, zegt iets als: Zo, die zijn voor als de kinderen komen, schuift de la weer dicht en vraagt: Heb jij ook zo’n trek in koffie? Zijn vrouw keek hem aan. Nou, ik denk dat je gelijk hebt. La open, zakje erin, la weer dicht en lekker aan de koffie. Toch? Of had je andere plannen? Ze daagde hem uit, dat was wel duidelijk. Ik niet, zei hij, ik heb helemaal geen plannen. Ja, die biografie van Godfried Bomans uitlezen, althans proberen. En daarna koken, mijn beurt. Toch? Zij hield ondertussen het zakje demonstratief in haar uitgestoken hand. Hij scande het met het apparaatje dat hij bij de ingang van de winkel uit het rek had genomen. Zij legde het zakje in de boodschappentas, draaide zich om naar het schap en pakte nog een zakje. Kijk, zei ze, nog een zakje voor in de la. Hij richtte de scanner weer op de streepjescode. De scanner piepte weer. Kom, zei ze, verder met de geit, des te sneller kunnen we aan de koffie. En ze zette zich in gang in de richting van de koekjes. Een buitenstaander met oog voor details zou hier een opgestoken middelvinger in een al wat te lang voortslepende relatie vermoeden. Ja, zei hij, lekker aan de koffie, en dan? Komen dan toevallig ook de kinderen? Ze hield in. Hoe bedoel je? Komen dan de kinderen? Wil je me in de maling nemen? Hij keek verbaasd. Ik, jou in de maling nemen? Nee hoor, ik vroeg me alleen af, jij koopt van die zakjes met van die dingen en die zakjes verdwijnen in een la totdat de kinderen komen? Het lot van die dingen hangt af van de komst van de kinderen? Ik denk dan: En wanneer komen de kinderen dan? Met Pasen? En Pasen, dat is over veertien dagen? En jij zegt dat die zakjes tot Pasen gesloten blijven, in een la? Laat me niet lachen. Dat jij daar tot Pasen van af kunt blijven? De kinderen mogen blij zijn als er dan überhaupt nog …… Er viel de man iets in. Hoeveel kinderen hebben we eigenlijk? Hij lachtte. Vier toch? Dat er dan überhaupt nog vier van die eitjes over zijn? Dat geloof je zelf niet! Kom, koop nog een paar van die zakjes, want doen we dat niet, dan kunnen we overmorgen wéér, paaseitjes kopen voor als de kinderen komen. Hij balanceerde op het randje van woede, dat was duidelijk. Oké, zei ze, ze keerde om. Dan haal ik er toch nog een stuk of vier. Voor de zekerheid.

Raken

Zo nu en dan trok er een stevige bierlucht voorbij. Overal op de tribune zaten mannen met plastic pullen vol bier en die gingen snel leeg omdat er op het veld weinig te beleven was. Ze waren ook zo weer bijgevuld want de bierpompen waren nergens ver weg. Evenmin de ketels met frituurvet. Naast me zaten drie vrouwen te beppen over van alles en nog wat. De herrie in het stadion maakte het onmogelijk daarvan mee te snoepen. Jammer. Je mist vast wat. Aan de andere kant zat kleinzoon Vee met twee vriendjes en zijn vader Dee zijn verjaardag te vieren. Ik mocht ook mee. Het duurde tot het moment dat een speler van Helmond Sport van het veld werd gestuurd en bijna meteen daarna de eerste goal viel. Daarna werd het 4-0 en in de negentigste minuut nog 4-1. De ploeg nam de tijd om de klinkende overwinning met zijn supporters te vieren. Ererondjes, zwaaien, klappen. De drie jongens waren tevreden. Papa Dee en opa Pee vonden het stom dat VVV nog een doelpunt tegen hadden laten scoren, kleinzoon Vee vond dat dat er niet toe deed. Want, hoe je het ook doet, winnen is winnen. Ik moest denken aan gisteren, toen het koor waarin ik zing een cultureel podium organiseerde. Er traden ook enkele jeugdigen en zeer jeugdigen op. Ze dansten. En dat gaat dan zo onbevangen en zo ontzettend los van hoe anderen naar je kijken, zo zuiver ik-doe-mijn-ding-en-wat-je-ervan-denkt-is-jouw-probleem-en-niet-het-mijne-nee-hëlemáál-niet-het-mijne! Petje af. Pas als je ouder wordt, wordt het een dingetje wat goed is en wat minder en wat beter of nog veel beter kan. Als iets willen kunnen niet meer zonder bijgedachten uit jezelf opborrelt maar vooral moet voldoen aan verwachtingen van anderen. En aan normen. Als het applaus niet meer losbreekt omdat je het gewoon doet maar pas komt als je aan de norm en liefst meer dan dat voldoet. Toch, dat applaus komt wel altijd pas als je iets, iemand, je publiek weet te raken.

Lijstje

  1. Met de letters in gratis kalveren diende vertreksignaal geconstrueerd te worden (zie de tekst van eergisteren op paulsplaats.eu)
  2. Gisteren schreef ik een haiku: lente ontsluimert – groen breekt broos en schuchter uit – opmaat voor zomer
  3. Vandaag las ik voor uit eigen werk tijdens de culturele middag van zangkoor Ars Musica: de haiku die je net gelezen hebt, de tekst Beeld (vorige week zaterdag op paulsplaats.eu) en Opa (op zondag 30 maart 2025 op paulsplaats.eu).

Basel

Op 10 mei 2012 reizen we van Meerssen naar Basel.

In Aken Merkel op de televisie in de stationshal, minstens vier grote schermen. Crisis, …… In de Euregiobahn een mevrouw die tussen elk station het aantal passagiers per verdieping per wagon telt. Vier jaar geleden ook al eens gezien. Ehrengäste op ice Lufthansa/DB wagon 21 worden via de boordradio welkom geheten. Ik moet, ik kan er echt niets aan doen, meteen denken aan de transporten tijdens WOII. Toen was ook precies bekend wie er aan boord waren. Overigens (ongelooflijk traag) wifi aan boord. Ook een zeer gedetaileerd Fahrplan van deze ICE 505. Elke keer als we een tunnel induiken, druk op mijn oren. Onplezierig. El is verkouden, voelt zich niet geweldig maar ze laat zich de koffie toch smaken. Onderweg overal bewijzen van alternatieve energie. Windmolenparkjes, zonnepanelen, velden met koolzaad volop in bloei. In geheel Duitse treinen controle. Niet van Meerssen naar Heerlen en van Heerlen naar Aken. Zeer comfortabele bekertjes voor de hete koffie met verticale ribbels en gladde binnenkant. Daardoor een isolerende werking. Makkelijk vast te houden. Bepaald pünktlich rijdt de ICE 505 vandaag niet. In Frankfurt Flughafen is hij al een kwartier vertraagd. Toch komen we precies op tijd in Basel aan. Het is een erg groot station. Druk ook. De meeste mensen lopen erg rustig. Ondanks de grote drukte is de sfeer ontspannen. Zoals bij alle grote stations buiten veel types van aan de rand. Op het grote plein voor het station veel trams en voetgangers. Nogal door elkaar. Hotel Helvetia vlakbij. Stad in naar Barfüssenplatz. De straten daaromheen vol winkels. Consumpties knaterduur. Bij Kohlmann op het terras. Veel donkere mensen. Veel meer dan je op grond van het isolationistische imago van Zwitserland zou verwachten. Alles is ook rommeliger dan verwacht. De trams rijden af en aan. Groene en gele en volstrekt kakofonische. Lopen nog naar de Münsterberg met een terras met uitzicht op de Rhein. Veel jonge mensen, de geur van wiet. Later dezelfde lucht op een terras met voortreffelijk chardonay. Moe en eten in Zum Braunen Mutz. Kalbsbratwurst mit rösti en El Schweinen Gordon Bleu mit pommes frites. Het blijft de hele avond zwaar op de maag liggen.

Puzzel

AI, ik weet nog niet zo goed wat ik ermee moet. Sinds kort biedt Microsoft Word Co-Pilot aan. Als ik een opdracht geef, kwam er altijd wel iets uit waar ik wat mee kon. Dat waren dan overigens niet de tekstjes die je hier leest, die komen gewoon ouderwets uit mijn koker. Maar van de week raakte ik enigszins van mijn stuk toen ik een puzzel zat te maken en met de letters in de woorden gratis kalveren een ander woord moest maken. Ik kwam er geheel tegen mijn gewoonte in niet uit. Ik had de puzzel al eens weggelegd omdat de ervaring had geleerd dat dat kan helpen; afstand nemen, stapje terug doen en na een tijdje weer oppakken, en dan opeens zie je het. Maar, nu niet. Evenmin na een tweede en derde keer. En toen dacht ik: Laat ik AI eens proberen. Ik vroeg aan Co-Pilot: Welk Nederlands woord van veertien letters kun je maken met de letters in gratis kalveren? Het antwoord: Een woord van veertien letters dat je kunt maken uit de letters in “gratis kalveren” is “vertaalkring”. Dit woord combineert de letters op een manier die een coherent en betekenisvol Nederlands woord vormt. Maar helaas, vertaalkring heeft twaalf letters. Daar kon ik dus niks mee. Ik probeerde nog wat opdrachten maar het leverde niets bruikbaars op. Ik kreeg eerder het idee dat AI naarmate ik meer opdrachten gaf steeds meer in de war raakte. De laatste waarmee ik het probeerde: Geef een opsomming van alle Nederlandse woorden van veertien letters die je kunt maken met de letters in gratis kalveren. Daarop antwoorde Co-Pilot: Veertien-letter Nederlandse woorden uit “gratis kalveren” zijn vertaalkring, verslaatkraag, rijkstaalverg, krateralgvis, klaverratings. Ik was na tien minuten AI nog altijd niet waar ik wezen moest. Ik was eerder nog verder van huis dan daarvoor. Toen was ik het vertrouwen in mijn eigen scherpte kwijt, na die tien minuten ook nog in AI. Zelfs letters tellen was voor AI te moeilijk gebleken. Ondertussen had El bedacht wat het woord moest zijn. Ik zal eraan proberen te denken je dat morgen even te laten weten. Heb je even de tijd zelf je hersens te breken op gratis kalveren. En dus slimmer te zijn dan AI.

Wakker

Bij de viersprong moesten we zijn. We waren er na een telefoontje en enig zoeken toch nog op tijd bij uitgekomen. Er stonden wat hekken en wat auto’s plus een verkeersregelaar met een fluitje. En blaast die op dat fluitje dan weet je: Hier is de koers! De viersprong lag in het buitengebied ten noorden van Deurne; waar de wegen tussen de open velden kaarsrecht zijn, en smal en vlak en winderig én met forse bomen afgebiesd. Daar is de ideale habitat voor koersen in het begin van het seizoen, als de benen langzaam uit hun winterslaap komen en er nog kilometers moeten worden gemaakt zonder al te veel poespas. Met vier of vijf bochten in het parcours heb je dan zoiets ingewikkelds als sturen wel tot een minimum beperkt. We liepen door naar de start en finish. Het was er een toffe boel met muziek uit de jaren zestig en zeventig. Er stonden ongeveer tachtig mannen van alle leeftijden en één jonge vrouw klaar om op smalle bandjes met hoge snelheid het door zware landbouwvoertuigen ruw gereden asfalt te teisteren. Kleinzoon Em van veertien had er ook zin in. Voor hem waren we daar, ten noorden van Deurne, waar de zon stukje bij beetje wegzakte boven nog zandig bruine akkers en waar een kille wind een einde maakte aan een aangename lentedag. En toen viel de muziek stil. Iemand riep in een microfoon: Rijden maar! En daar gingen ze, met krakende kettingen en kuiten op ontploffen. Na een uurtje hadden we ze allemaal een keer of vijf voorbij zien komen en hielden we het voor gezien. Em werd als verwacht nog gedubbeld, terwijl zijn gemiddelde snelheid 36,3 km/h was. Ik keur het goed. Benen zijn wel wakker, lijkt mij.

Pink

We waren tussen twee afspraken in en moesten hoognodig wat eten. Maastricht lag te stralen onder een warme lentezon. Op de terrassen stonden de parasols nog als staken tussen de setjes tafeltjes met stoelen. Ze nu al uitvouwen en schaduwen laten werpen: het zou vloeken in de kerk zijn geweest. De lentezon eiste terecht haar rechten op. We gingen op zoek naar een tafeltje binnen. Eten doe je niet in de volle zon, vinden wij. Het werd een tafeltje tegen de met smalle latten beklede achterwand van de brasserie. Het was er lekker rustig maar we hadden wel goed zicht op het grote terras met uitzicht op het water waar het stervensdruk was. En waar veel jong volk probeerde een eerste verkleuring van de huid op te doen. Aan een van de andere tafeltjes tegen de achterwand zat een man die zich nogal verdiepte in het scherm van een laptop. Hij zat met zijn rug naar het terras. Concentratie, dacht ik. Zo nu en dan tikte hij een stukje tekst. Naast de laptop stond een kop van het formaat waarin cappuccino wordt geserveerd. Hij nam daaruit voorzichtige slokjes. Nog wat warm, dacht ik. De ober kwam en we bestelden een broodje en koffie. Het wachten begon. We zagen hoe het ene na het andere bord met salades, broodjes, wraps en burgers in de richting van het terras verdween. Bladen vol water, wijn en bier trokken mee in de parade. Ik had trek. Ondertussen tikte de man stukjes tekst, haalde weer eens wat weg, voegde weer wat toe, staarde naar het scherm, tikte weer wat en nam ondertussen nog steeds kleine slokjes van zijn cappuccino; het oor van de kop hield hij vast met duim, wijs-, middel- en ringvinger terwijl de pink een geheel eigen weg ging. De ober bracht ons voedsel. We vielen aan. Toen ik weer even opkeek, zag ik hoe de pink van de rechterhand van de man achter de laptop langzaam in zijn rechter neusgat verdween, daarin langzaam ronddraaide en weer werd teruggetrokken terwijl de man geïnteresseerd naar de iets vochtige top keek. Ik besloot me per onmiddellijk weer op mijn broodje te concentreren. Even later zag ik vanuit een ooghoek dat de man zijn laptop dichtvouwde en de brasserie uitliep.

Traag

Geschreven op woensdag 25 juni 2008

Vandaag een trage dag gepland. Alles lekker langzaam doen. Slow living, dus. Dadelijk even met de auto naar de wasstraat. Dan naar ’s-H., even bij vriend G. aan, en dan door naar A.. Het zal vanavond wat later worden dan normaal. Nicht K. viert vandaag dat ze is afgestudeerd. Daar wil ik als oom even bij zijn. Gisteren overigens ook even naar ’s-H. geweest. Met de trein, jawel. Maar dat was een beetje zakelijk. Mogelijk een leuke klus in het verschiet. Maar daar wil ik nog even goed over nadenken. Slow thinking, zeg maar. Met dit soort dagen – veel de deur uit en keurig in de kleren kom ik wel helemaal niet toe aan de klussen in huis. Soms heb ik de indruk dat het daardoor ook almaar niet opschiet. Dat laatste is natuurlijk niet helemaal waar, maar toch. Slow mag dan volgens de goeroes goed voor ons zijn, slow working, daar kan ik nog altijd niet tegen. Er zit nog altijd een tempo in mijn lijf dat zich maar niet laat temperen. Slow living roept een vaag soort schuldgevoel op. Niets doen al helemaal. Dan is er van vaag zelfs geen sprake meer. Dan liggen alle klussen er met nog meer nadruk ongedaan bij. Van alles roept, schreeuwt dat het graag en met spoed afgetimmerd wil worden, geplamuurd, geschuurd, gekit, gegrond, gelakt. Of versjouwd wil worden en in elkaar en op zijn plek gezet. Of gelezen wil worden, begrepen en innerlijk verwerkt. Of geschreven wil worden. Of gekocht, schoongemaakt en voor consumptie gereed. Of verkocht wil worden. Of bezocht wil worden, aandacht wil krijgen of bewonderd wil worden. Allemaal door mij, van mij. Rustig, rustig, rustig roep ik dan terug vanuit een hoofd dat gewoon even niets wil maar zich wel aangesproken voelt. Het komt allemaal goed. Slow weliswaar, maar het komt goed. Oh ja, die foto’s bij de voorvorige passage uit het dagboek; ze komen er aan. Niet nu, maar morgen of overmorgen. Vandaag is het een trage dag. Bewijs uit het ongerijmde dat dat goed is: er stijgt net van Maastricht Aachen Airport een viermotorig propellervliegtuig op. Héél traag en met een heel geruststellend gebrom