Beeld

we reden op een lange, rechte weg,

links een kanaal en soms een boom,

rechts uitgestrekte, nog fris groene velden.

je rijdt alert, kijkt ook wat rond

en in een flits was er een beeld

waaraan ik niet ontkomen kon.

en dus nam ik het op en mee.

er liep een vrouw over een pad.

nou en – nou deze viel zeer op,

de kin omhoog, de ogen strak vooruit,

haar wilde haar achter haar aan.

ze stapte als 4sterren generaal,

haar bronzen borstbeen kaatste licht,

de zon hing voor haar als een prooi.

Koor

De A73 was weer eens dicht. Vanaf Maasbracht richting Venlo. De file begon op de A2, in de buurt van Roosteren al was de vaart eruit gegaan. Het was vervolgens doorsukkelen en afslaan naar de Napoleonsweg. Ook die zat tot het eerste stoplicht bij Grathem propvol. Daar sloeg ik af naar Baexem. Het was lang geleden dat ik de route via Heythuyzen, Roggel, Helden naar de Middenpeelweg had gereden. Er was veel veranderd en tegelijk was alles vertrouwd. Meer dertig kilometerzones, een huis had een carport, een ander een erker, weer een ander een enorme dakkapel. Er was van alles gesloopt en nieuw gebouwd. Veel wegen waren opnieuw aangekleed. De som van alles is dat de wereld waarin we wonen er steeds fraaier uit gaat zien. Ik wil niet zeuren maar ondertussen gaat het met de verhoudingen in het land een stuk minder. En ja, ik weet het, van botox, een kleurspoelinkje en liposuctie wordt een mens ook niet socialer. Ik kwam van een uitvaart in de basiliek van Meerssen. Die zat bomvol. Ik moest denken aan de afscheidsdienst van mijn vader, in dezelfde basiliek, eind 1976. Toen zat die ook vol. En vandaag zong het Basilicakoor, mijn oude koor. Ik verbaasde me er over dat het me ontroerde, het te horen zingen en te weten dat ik er ooit in had meegezongen. Met het prachtige Benedictus en het Franse Au Coeur De Ce Monde. En ja, er gaat wat om in een hoofd op een lijf in een auto die noodgedwongen een oude, vertrouwde route rijdt na wat uren waarin vooral herinneringen de gedachten bepaalden. Uren waarin we stilstonden bij Jan die ook zong in het Basilicakoor en de vader is van een goede vriend.

Snelbinders

Er liep een man met enig overgewicht en een baard van een dag of drie in een mouwloos shirt met een fiets aan de hand naar de uitgang van de hal. Hij had stevige kuiten onder een iets te lange bermuda met design en kleuren uit de jaren waarin Doe Maar zijn grootste successen vierde. Overal krulde rossig lichaamshaar zijn huid uit. Zijn manier van bewegen en de ruimte vullen oogde ontwapenend onaangepast. Bij die uitgang kon je bij een kassa afrekenen wat je in de hal uit de schappen had getild. Op de bagagedrager van zijn fiets had de man onder de snelbinders een kratje met flesjes appelsap en bovenop die flesjes lagen drie literflessen Bokma. Maar, de man maakte geen aanstalten af te rekenen, ondanks de kassa. Terwijl hij zijn rechterbeen optilde om dat over de fiets te tillen, riep hij tegen de man achter de kassa: Hee Arie, Ingrid zegt dat we het er deze maand niet meer bij kunnen hebben, je houdt het van me tegoed. De man achter de kassa keek op uit zijn tijdschrift. Wat bedoel je Henk? Is het wat ik denk dat het is? En hij stond op van zijn kruk. Hij was zeker een meter negentig en ook in de breedte mocht hij er zijn. Je bedoelt dat het volgende week wordt, betalen? Terwijl de voet van Henk het rechter pedaal raakte en de fiets al langzaam onder Henks kont was geschoven, besloot Henk dat het misschien beter was even de tijd te nemen voor enige uitleg. Ik denk dat het niet volgende week maar de week daarop wordt. Dat ik kom betalen. Arie zuchtte. Maar Henkie, en hij fronste even, je weet dat ik weet waar je woont, toch? Henk viel even stil. Nou, dat kon wel eens tegenvallen, zei hij, we zijn net verhuisd, Ingrid en ik. Vorige week. Daar moest Arie even over nadenken maar voordat hij aan een passend en afdoende antwoord kon beginnen zei Henk: Gebbetje joh, en hij knipoogde naar Arie. Natuurlijk zijn we niet verhuisd, weet je wat dat kost, verhuizen? En ik moet jou nog betalen, weet je, over een week of drie, toch? En ik zal elke dag aan je denken als ik m’n slokkie neem. Arie zakte terug op zijn kruk. Henkie, zei hij, ik weet het, ik ben vanaf nu weer voortdurend in je gedachten, je bent de liefde voor de medemens in persoon, Faber zou onmiddellijk voor je tekenen, maar godsamme Henk, je weet het altijd maar weer …….. hij pakte het tijdschrift, rolde het op, wees er mee naar Henk, het moest er dreigend uitzien, ik weet je te vinden.

Mussen

ik houd van mussen,

de kleine mussen,

het vrouwtje, het mannetje,

spelend in de buxushaag

met lichtgroene, jonge

scheutjes, blad …. soms even

het spelen onderbrekend

voor een lekker hapje:

rups, spinnetje, luisjes.

dan dóór maar weer,

haag in, haag uit

acrobatisch vliegend

tussen takjes, twijgjes door

gaatjes en dan daarna

nog even straaljagerend

van meidoorn naar hulst,

van schutting naar dakrand

om te verdwijnen in de goot

en onder de huiselijke pannen

gezellig op hun nest

nog wat na te genieten

bij een lekker kopje thee.

Zij verheugen zich op mei.

Gehoord

  • In de ijssalon – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning wil ik mij niet laten opjagen en blijf ik dagdagelijks rond een uur of vier p.m. gewoon een hoorntje met twee bolletjes pistacheijs eten. Daarna chillen met een kopje seringenthee.
  • Bij de kapper – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning vind ik het belangrijk dat mijn haar goed zit.
  • In het pretpark, annex dierentuin – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning hebben mensen afleiding nodig, ook als dat betekent dat we dieren opgesloten moeten houden.
  • Bij de poltitie – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is er geld nodig voor een eindelijk van minuut tot minuut goed één op één werkend communicatiesysteem én het gebruik van één landelijk nationaal IT-systeem.
  • In de ministerraad – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het van groot belang dat mevrouw Faber uit ons midden opzout.
  • Bij de slager – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het wenselijk dat wij zelf wat koetjes en varkens in de achtertuin houden.
  • In het leger – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is bij ons in de kazerne alles en iedereen vooral gefocust op meer geld voor defensie en het openen van wapenfabrieken.
  • Bij de boer – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning komt het ontzettend slecht uit dat we ons ook nog met de beperking van de uitstoot van stikstof moeten bezighouden.
  • In de sportschool – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het belangrijk dat mensen dag in dag uit intensief bouwen aan hun conditie en dus de intrinsieke weerbaarheid van een fighting community in survival mode.
  • In het wijkcentrum – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning moeten we allemaal samen heel dicht bij elkaar blijven en elkaar door dik en dun stevig vasthouden door er concreet, ook met de poten in de klei voor elkaar te zijn.
  • Bij het waterbedrijf – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning moeten het als gevolg van dreigende waterschaarste en de toenemende kans op het als gevolg van in aantal toenemende cyberaanvallen op onze kwetsbare softwaregestuurde waterdistributieinfrastructuur stilvallen en opdrogen naast waakzaamheid in het algemeen de volle aandacht hebben.
  • In de Tweede Kamer – Juist in tijden van oplopende geopolitieke spanning is het voor het bestendigen van de cohesie binnen de natie en het volk én het behoud en de versterking van de bestaande sociale weefsels in de gemeenschappen van het grootste belang dat we tradities in ere houden en daarom handhaven we de mogelijkheid vuurwerk af te steken, sterker nog: altijd en overal omdat we daarmee iedereen alvast laten wennen aan ongewenst geknal op willekeurige momenten.