En toen kwamen we bij Antwerpen en toen stonden we stil. Waar anders. Het was zondagmiddag, dertien minuten over een en het zou een half uur duren voordat we Antwerpen weer uit waren. Dat had ook al eens een keer een dik uur geduurd dus het viel vandaag eigenlijk nog mee. Alleen, dat dikke uur was door de week in de spits en vandaag was het zondag. Daarna bleek de A67 afgesloten. Dus we reden door Leende, Heeze, Someren, Asten, Vlierden, Deurne naar Venray. We hadden op twee dagen zo’n elfhonderd kilometer gereden en tot Antwerpen geen minuut oponthoud gehad maar in de laatste tweehonderd ging het mis. Maar in Frankrijk heb je dan weer dat er nogal wat automobilisten zijn die jou willen leren hoe jij auto moet rijden. Die willen dat jij beter gaat rijden, althans anders gaat rijden, althans net zo goed gaat rijden als zij. En dat proberen ze door met hun groot licht te knipperen, door te claxonneren, door je na inhalen lichtjes te snijden of je te passeren en vlak voor je langzamer te gaan rijden. Ik heb nog altijd geen manier gevonden om voor al die moeite mijn dankbaarheid te tonen en daarvoor moet ik mij schamen. Denk ik. Al met al waren het twee voorspoedige reisdagen. En we zagen hoe het beheer van bermen echt veel minder intensief is dan jaren geleden. In Frankrijk, in België én in Nederland. Er stonden kilometer na kilometer nog ontzettend veel kruiden, hoog opgeschoten, vaak volop en rijk in bloei. Ik word daar blij van.
Stopcontacten
Het ging voorspoedig vandaag, van Royan naar Rouen. In kilometers: 580, in tijd 6,5 uur. En dan zijn we ook nog twee keer gestopt voor een plasje en een kort wandelingetje. We hebben ons dus verantwoord gedragen, denk ik. Morgen nog eens 520 km en dan zit het er weer op. Voegen we ons weer in het ritme van onze agenda’s. Pakken we de draad van thuis weer op. Thuis, waar we voldoende stopcontacten hebben. En waar de bedden precies hard en zacht genoeg zijn. Waar de douche goed af te stellen is. Waar we de zon kunnen toelaten en weren zoals wij dat prettig vinden. Waar de ijskast precies zoveel koelt als wij willen. Waar de kinderen op de koffie kunnen komen en we de kleinkinderen kunnen voorlezen en knuffelen. Waar ook heel veel niet is. Dat wel veel gemakkelijker gemist kan worden. Zoals – op de foto – de vissershutjes aan de kust bij Royan.
Genade
Het was een beetje een rommeldag. We deden een boodschapje, we pakten een koffer in, we lazen een krantje, bezochten een kerk en stapten er binnen en we namen met een wijntje afscheid van Le Régent, een prima café met terras in de buurt van de zee in Royan. Wat betreft terrassen, het is eigenlijk altijd wel prima om er te zitten maar niet altijd gemakkelijk er te verblijven. Als je er gaat zitten, verwacht je aandacht, namelijk. Dat je als gast gezien wordt en dat iemand je begroet. Wat kan ik voor u doen? Gastmensschap, zoiets. Dat je er een drankje kunt krijgen, dat staat wel vast – of ijs, of een wafel, of een pannenkoek, want we zijn wel aan zee, hè – staat ook op de kaart. Het is alleen de vraag: Wanneer? Bij Le Régent in Royan. Ik heb er weliswaar altijd een beetje moeite mee om op een terras aandacht te moeten vragen, maar hee, hè! De wereld draait dan wel niet om mij, geduld is een schone zaak, de eersten zullen de laatsten zijn, gun iemand zijn eigen ritme en moment. Dat soort gedachten, dus. Maar toch! Er waren twee obers voor ons deel van het terras – ons terras, nou ja, althans het deel waar wij zaten – maar die hadden er duidelijk geen zin in. Ze keken wel, zo nu en dan, maar ze zagen niks. Geen begin van focus op de gasten. Op ONS! Geen wuivende handen, lege glazen, geërgerde gezichten. Niets hielp. Ze rookten een sigaretje, spraken langdurig met vrienden en vriendinnen en deden alsof het terras en de gasten – WIJ DUS! – niet bestonden. We vroegen ons af of bij Le Régent wel eens functioneringsgesprekken gevoerd werden. Wij waren na tien minuten wachten zo ver dat we daar graag ons dingetje zouden hebben gedaan. Affakkelen die twee. Maar, hadden we ons niet nog maar pas geleden voorgenomen de dingen – de dingen, welke dingen – meer los te laten. Laat gaan, laat gaan, hadden we elkaar beloofd. Gelukkig, er was nog genade. Uiteindelijk vond de ober het toch nog goed dat we een glas wijn bij hem kochten.
Kerk
Het tijdelijk verplaatsen van het dagelijks leven naar een aangenaam elders. Nadat we de agenda hebben leeggeveegd. Dat is zo’n beetje onze vakantie. Alles komt zoals het komt en zo niet vandaag dan morgen. Vandaag zouden we de Église Notre-Dame de Royan even binnenstappen. Het is maar hoe je naar dat gebouw kijkt, het is een monstrueus, exuberant betonnen geval en welhaast karikaturale architectonische overdrijving met een vette knipoog naar kathedralen uit vroeger eeuwen elders of het is een ultieme architectonische poging van diep uit de christelijke traditie de Allerhoogste de grootst mogelijke eer te bewijzen en op een eigentijdse manier een majestueuze, de hemel gelijkende eigen plek op deze planeet van niks met louter zondaars te geven. Wij denken dan dat beide visies voldoende uitdagend zijn om er maar eens écht naar te kijken. Vandaag. Twee weken geleden liepen we er al eens omheen. Maar, we gingen niet, vandaag. En nu hebben we bedacht, we gaan er morgen in. We hadden er vandaag geen zin in. Net zoals we geen zin hadden om even naar een terrasje te lopen, aan het einde van de middag. Morgen wel, denken we want dan is het de laatste middag dat we hier zijn. En dan combineren we het een met het ander.
Glanshaverhooilanden
Vandaag las ik in de De Limburger – ja, ik lees die krant – een artikel over de natuur in het Geuldal. Ik ken het Geuldal, ik heb er veel gewandeld, en ik houd van het Geuldal. Goed, er zijn nu dus plekken in het Geuldal waar Natuurmonumenten geplagd heeft – in het Gerendal – en nog gaat plaggen (bij Mechelen, Epen, Oud-Valkenburg). Kleine stukjes grasland, hè, geen heel grote lappen. Dat je niet denkt dat ze het Geuldal helemaal op de schop nemen. Plaggen dus, dat wil zeggen, de bovenste laag van het grasland – rijk aan voedingsstoffen als gevolg van agrarisch gebruik – afsteken waardoor de kalkrijke grond meer aan de oppervlakte komt. Dan heb je een kale kalkrijke bodem waarop de vegatatie van vroeger meer kansen krijgt. Dat is een begroeiing die typisch is voor het Geuldal. En let op: wat mij betreft is vroeger en wat toen beter was niet nu per definitie goed. Maar waar ik de laatste jaren van overtuigd ben geraakt is dat biodiversiteit een voorwaarde voor het overleven van soorten – ook van mensen – is geworden. Monoculturen zijn uiteindelijk de dood in de pot. Dus, ik ben onder de indruk van het op kleine schaal ingrijpen op het ecosyteem als in het Geuldal. Want je moet natuurlijk wel ergens beginnen. En vaak voorzichtig voordat er ophef uitbreekt. Ik lees op internet, op ecopedia: Dit type grasland komt voor op matig voedselrijke frisse tot droge bodems. Het gras en de kruiden groeien vaak weelderig met talrijke kleurige bloemen. Naast Glanshaver zijn Glad walstro, Groot streepzaad, Grote bevernel en Rapunzelklokje kenmerkende soorten. Glanshavergraslanden zijn vooral hooilanden, die twee keer per jaar gemaaid worden. Waar ik nieuwsgierig naar ben is of dat plaggen dan ook bij agrariërs aanslaat. Twee keer per jaar hooien, dat klinkt goed, lijkt mij. Wat ik hoop is dat biodiversiteit als conditio sine qua non nog eens heel groot wordt.
Het artikel is trouwens geschreven door de onvolprezen René Willems, de niet genoeg te prijzen journalist voor het Heuvelland van De Limburger, de regionale krant die tegenwoordig veel te snel volloopt met artikelen uit De Telegraaf en De Standaard. Bravo René! Mag weleens gezegd!
Verkiezingen
Een week of drie geleden schreef Macron naar aanleiding van de uitslag van de Europese verkiezingen ook verkiezingen voor het Franse parlement uit. De Franse kiezers mochten dan uitgesproken hebben dat ze in Europees verband graag een super rechts parlement aan de macht zouden zien, hij wilde weten of dat voor Frankrijk zelf ook zo is. Kom maar op, ik wil jullie kaarten wel eens zien, moet hij gedacht hebben. Mij leek het zo op het eerste gezicht een ronde pokeren met louter kaarten van niks in de hand. Plus dat het land tijdens onze vakantie aldaar in rep en roer zou zijn. Ik weet niet of het gerust moet stellen of verontrusten, maar wij hebben er tot nu toe zo goed als niets van meegekregen. Tot we vanmorgen een mevrouw nogal timide zagen folderen op de centrale markt in Royan. We zagen het van een afstand, dus geen idee voor wie of wat. De belangstelling hield niet over, dat zagen we wel. Dus, wat is hier aan de hand? Even voor de duidelijkheid: ook geen borden met affiches, geen lieden op zeepkisten, geen auto’s met megafoons op het dak. Niets helemaal niets. Ook op (a)sociale media geen reclamefilmpjes. Niks, nada. Gele hesjes? Alleen bij werken aan de weg, en dan nog vaak oranje. Dus, wat wil Macron? Wat wil Le Pen? – Waarom heet die toch Le Pen en niet La Penne, ze is toch een mevrouw? #flauw – Er zijn dus verkiezingen en wij merken er bijna niets van en zien hier dagelijks duizenden mensen aan zee, op de terrassen, in de supermarkten, op de lokale markt die allen bezig zijn met zon, zee, ijs, wafels, bier, wijn, dunne kleding, zweten en eten in het algemeen. Weet je trouwens welke verkiezingen wel reuring zouden geven? Die van de bondscoach. Ja, in Frankrijk wellicht, maar zeker in Nederland. Want geef nou toe, met Koeman – die me een ontzettend aardige man lijkt – is het tot nu toe zwaar behelpen. Ik stel voor dat de KNVB een kortlijst van vijf kandidaten aan ons voorlegt en dat we dan in twee rondes uitmaken wie het wordt. Nog voor de achtste finale, graag.
Ontregelen
Vanavond toch ook maar weer gekeken. Ik word er uiteindelijk niet blij van, van dat nogal machteloze voetbal van onze jongens. En van dat voetbal van tegenwoordig sowieso niet. Wat ik nog wel kan waarderen is de toegenomen snelheid en de dynamiek. Die komt vooral, meen ik te zien, van ploegen die zich underdog wanen en er alles aan doen de meer begaafde, meer technische voetballers en ploegen het spelen onmogelijk te maken. En dan soms ook nog goed uit de hoek te komen. Helaas is het ongeremde op de hakken staan, blokkeren, vasthouden, duwen, trekken en sjorren daarmee ook meer en meer in het spel geslopen. De tijd van handen thuis is definitief voorbij. Dat ontregelen aan het lijf was er natuurlijk altijd al wel maar het is naar mijn mening wel veel heftiger en vooral ook normaler geworden. Scheidrechters lijken het meer dan voorheen schouderophalend voorbij te laten gaan. Dat komt misschien de strijd ten goede en dus ook een soort van ophef, goed voor het laten kolken van de massa’s op de tribunes, maar het voetbalspel als technisch kunstje heeft het er maar moeilijk mee. En daarom deze onnozele liefhebber ook. Overigens wil ik daarmee niet beweren dat Nederland vanavond beter verdiend had, maar als je kijkt naar waar het nu staat, dan valt op dat het landen als Frankrijk en Italië niet veel beter vergaan is. Spanje en Duitsland heb ik niet gevolgd maar het zou zomaar kunnen dat die het ook lastig hebben gehad. Of geluk.
Retoriek
Het is nog niet helemaal duidelijk hoe ik via mijn iPad bij het NOS-journaal van 18:00 terechtkwam. Het was vooral per ongeluk. Maar goed, toen het eenmaal aanstond dacht ik: Dan gaan we de uitdaging maar aan. We hadden immers al elf dagen geen Nederlandse televisie gezien en dat was eigenlijk ook wel rustig geweest. Geen enkele reden om ….. enfin. We kregen Marjolein Faber in beeld. Marjolein, ik vind het een naam die overloopt van kwetsbare bloemen, subtiele geuren, met de wind mee wuivende kleurenpracht in biodiverse bermen en kruidenrijke weilanden, overzoemd door een bonte collectie insecten, waar de veldleeuwerik hoog in de lucht ongestoord en tierelierend zijn figuren draait, waar boeren gewetensvol heel laat in de lente maaien en waar ze niet spuiten met glyfosaat. En meer van dat idyllisch. Bij Faber moet ik vooral denken aan Peter, die zichzelf vanuit zijn talent maar ook het niets met eigen handen en hoofd ontwikkelde tot topacteur en die een spreekwoordelijke schijt heeft aan iedereen voor wie anders een scheldwoord is. Denk daar de Marjolein Faber bij. En denk aan omvolking en aan de ijskast van de tovenaarsleerling, aan rechtsstatelijkheid als attribuut in een rollenspel – dan als stemmentrekker en volksvertegenwoordiger en nu als voorgedragen bewindspersoon voor alle Nederlanders – en je krijgt popsvoksjes als: Tja, misschien was het allemaal retoriek, hè? Of: Nou ja, het is hoe dan ook wel weer eens wat anders. Dit laconieke, schouderophalende voorbijgaan aan het feit dat politiek onderaan de streep geen rollenspel, geen theater is, is het gespreide bedje dat de blonde tovenaarsleerling en zijn kleine kliek met grote zorg hebben gespreid voor tweespalt, onverdraagzaamheid, gebrek aan nuance en haat. En dat in een samenleving waarin iedereen om verbinding vraagt. We zullen het ermee moeten doen, de komende tijd.
Olijven
Lekker wandelingetje, vind ik. Ik zei het tegen El terwijl we door het wijkje met de nauwe straatjes liepen, tegen het centrum van Royan rond de boulevards aan. Ik niet zo, het gaat me teveel omhoog, zei zij. En: Het doet me erg denken aan de Humcoverstraat. Dat herkende ik wel. De wandeling vanuit de Beekstraat in Meerssen naar ons huis op de grens van Humcoven, halverwege Meerssen en Ulestraten, viel nooit mee. Vanuit ons huis naar Meerssen was een kippeneindje maar vanaf de Markt naar huis, dat trok altijd lang. Gestaag omhoog en ongeveer kaarsrecht en schier eindeloos. Het zat natuurlijk allemaal tussen de oren, twee totaal verschillende percepties van een en dezelfde route. Ontspanning en inspanning. Het was echter ook een reden om niet wat vaker een wijntje te gaan drinken op een van de terrassen op de Markt. Dat klinkt als in watjes, en dat waren we dan natuurlijk ook. En lui. Vooral dat. Maar nu liepen we wat we konden. We waren dik anderhalf uur op stap geweest om ergens op een overdekte markt – Le Marché du Parc – een bakje met olijven te kopen. We hadden gedacht er levendige handel te mogen zien maar het was een dooie boel. Moet gezegd: We waren vrij laat, over een half uur ging het slot op de kramen. Maar toch, Frankrijk, voedsel – verse vis, kaas van de streek, honing, oliën, confitures, vleeswaren, etc., etc. – trekt altijd volk. Maar soms dus niet. Vandaag niet. En nu, we hadden nog ergens een klein hapje gegeten, liepen we in de aanzwellende warmte van het begin van de middag door de oplopende straatjes naar ons appartementje. Daar moest ik nog even goed de onverwachte mail van vanochtend lezen. Die kwam van Gee, mijn beste vriend van heel vroeger die ik in de loop van mijn leven voortdurend meer en meer uit het oog verloor maar ook op allerlei momenten weer tegen het lijf liep en nog steeds loop. Vooral figuurlijk. Ik moest er nog wel even op reageren. Toen ik oude mailwisselingen las, zag ik dat we alweer dik anderhalf jaar geleden hadden afgesproken elkaar weer eens te treffen. Daar moesten we binnenkort dan maar eens werk van maken. Er komt een moment dat dat echt niet meer kan.
Leeuwenhart
Tot gisterenavond hadden we geen minuut televisie gekeken. Vanaf dat we in Frankrijk zijn, hè. Maar gisteren was het Nederland tegen Frankrijk en in het begin van de avond begon het toch hevig te jeuken. Het. Iets onbestemds, zal ik maar zeggen. Eigenlijk heb ik er geen zin meer in aandacht te geven aan die jongens met hun superego’s. Ja, ik weet het, er zijn er ook die altijd bescheiden blijven en gewoon hun best willen doen dus gewoon hard werken en zo. En eigenlijk heb ik ook te doen met die jongens voor wie voetballer zijn een lifestyle is, een manier van leven die volgens mij een groot, onbenoemd gemis moet compenseren. Bij wie compenseren al snel overcompenseren wordt. En voor wie om het allemaal nog net iets groter te maken – en de supporter blij – de KNVB er nog een heftig sausje, bereid met schaafsel van appeltjes van oranje en maalsel van gedroogd leeuwenhart, overheen gooit. Om ze te motiveren, om ze peper in de reet te steken. Om ze te laten vlammen. Mij is het ook te nationalistisch. Geen idee wat de psychologen, coaches, fysiotherapeuten verder nog allemaal in die jongens stoppen maar het lijkt niet echt te helpen. Althans, ik kon maar niet het idee krijgen dat er gisteren een plan met een weg naar winnen was en dat daaraan gewerkt werd. Gefocust, geïnspireerd, met overgave en technisch verzorgd. Tenzij niet willen verliezen ook een weg naar winnen is. Maar, ik voel me niet meer betrokken en al helemaal niet deskundig. Hoewel, dat doelpunt van Xavi, dat was oké. De keeper had er geen antwoord op, stond al op het verkeerde been en kon niet meer de kant op waar de bal ging. Dumfries deed bovendien geen enkele poging om aan het spel deel te nemen. Integendeel, hij speelde bezemsteel. Het was wel buitenspel maar geenszins hinderlijk. Drie minuten lang dacht Xavi nog in tweede instantie met theatraal beteuterd kijken de situatie naar zijn hand te kunnen zetten, maar helaas. Ik zit nu trouwens naar België tegen Roemenië te kijken. Dat is dan weer wel een leuke wedstrijd.