Zo nu en dan trok er een stevige bierlucht voorbij. Overal op de tribune zaten mannen met plastic pullen vol bier en die gingen snel leeg omdat er op het veld weinig te beleven was. Ze waren ook zo weer bijgevuld want de bierpompen waren nergens ver weg. Evenmin de ketels met frituurvet. Naast me zaten drie vrouwen te beppen over van alles en nog wat. De herrie in het stadion maakte het onmogelijk daarvan mee te snoepen. Jammer. Je mist vast wat. Aan de andere kant zat kleinzoon Vee met twee vriendjes en zijn vader Dee zijn verjaardag te vieren. Ik mocht ook mee. Het duurde tot het moment dat een speler van Helmond Sport van het veld werd gestuurd en bijna meteen daarna de eerste goal viel. Daarna werd het 4-0 en in de negentigste minuut nog 4-1. De ploeg nam de tijd om de klinkende overwinning met zijn supporters te vieren. Ererondjes, zwaaien, klappen. De drie jongens waren tevreden. Papa Dee en opa Pee vonden het stom dat VVV nog een doelpunt tegen hadden laten scoren, kleinzoon Vee vond dat dat er niet toe deed. Want, hoe je het ook doet, winnen is winnen. Ik moest denken aan gisteren, toen het koor waarin ik zing een cultureel podium organiseerde. Er traden ook enkele jeugdigen en zeer jeugdigen op. Ze dansten. En dat gaat dan zo onbevangen en zo ontzettend los van hoe anderen naar je kijken, zo zuiver ik-doe-mijn-ding-en-wat-je-ervan-denkt-is-jouw-probleem-en-niet-het-mijne-nee-hëlemáál-niet-het-mijne! Petje af. Pas als je ouder wordt, wordt het een dingetje wat goed is en wat minder en wat beter of nog veel beter kan. Als iets willen kunnen niet meer zonder bijgedachten uit jezelf opborrelt maar vooral moet voldoen aan verwachtingen van anderen. En aan normen. Als het applaus niet meer losbreekt omdat je het gewoon doet maar pas komt als je aan de norm en liefst meer dan dat voldoet. Toch, dat applaus komt wel altijd pas als je iets, iemand, je publiek weet te raken.
Lijstje
- Met de letters in gratis kalveren diende vertreksignaal geconstrueerd te worden (zie de tekst van eergisteren op paulsplaats.eu)
- Gisteren schreef ik een haiku: lente ontsluimert – groen breekt broos en schuchter uit – opmaat voor zomer
- Vandaag las ik voor uit eigen werk tijdens de culturele middag van zangkoor Ars Musica: de haiku die je net gelezen hebt, de tekst Beeld (vorige week zaterdag op paulsplaats.eu) en Opa (op zondag 30 maart 2025 op paulsplaats.eu).
Basel
Op 10 mei 2012 reizen we van Meerssen naar Basel.
In Aken Merkel op de televisie in de stationshal, minstens vier grote schermen. Crisis, …… In de Euregiobahn een mevrouw die tussen elk station het aantal passagiers per verdieping per wagon telt. Vier jaar geleden ook al eens gezien. Ehrengäste op ice Lufthansa/DB wagon 21 worden via de boordradio welkom geheten. Ik moet, ik kan er echt niets aan doen, meteen denken aan de transporten tijdens WOII. Toen was ook precies bekend wie er aan boord waren. Overigens (ongelooflijk traag) wifi aan boord. Ook een zeer gedetaileerd Fahrplan van deze ICE 505. Elke keer als we een tunnel induiken, druk op mijn oren. Onplezierig. El is verkouden, voelt zich niet geweldig maar ze laat zich de koffie toch smaken. Onderweg overal bewijzen van alternatieve energie. Windmolenparkjes, zonnepanelen, velden met koolzaad volop in bloei. In geheel Duitse treinen controle. Niet van Meerssen naar Heerlen en van Heerlen naar Aken. Zeer comfortabele bekertjes voor de hete koffie met verticale ribbels en gladde binnenkant. Daardoor een isolerende werking. Makkelijk vast te houden. Bepaald pünktlich rijdt de ICE 505 vandaag niet. In Frankfurt Flughafen is hij al een kwartier vertraagd. Toch komen we precies op tijd in Basel aan. Het is een erg groot station. Druk ook. De meeste mensen lopen erg rustig. Ondanks de grote drukte is de sfeer ontspannen. Zoals bij alle grote stations buiten veel types van aan de rand. Op het grote plein voor het station veel trams en voetgangers. Nogal door elkaar. Hotel Helvetia vlakbij. Stad in naar Barfüssenplatz. De straten daaromheen vol winkels. Consumpties knaterduur. Bij Kohlmann op het terras. Veel donkere mensen. Veel meer dan je op grond van het isolationistische imago van Zwitserland zou verwachten. Alles is ook rommeliger dan verwacht. De trams rijden af en aan. Groene en gele en volstrekt kakofonische. Lopen nog naar de Münsterberg met een terras met uitzicht op de Rhein. Veel jonge mensen, de geur van wiet. Later dezelfde lucht op een terras met voortreffelijk chardonay. Moe en eten in Zum Braunen Mutz. Kalbsbratwurst mit rösti en El Schweinen Gordon Bleu mit pommes frites. Het blijft de hele avond zwaar op de maag liggen.
Puzzel
AI, ik weet nog niet zo goed wat ik ermee moet. Sinds kort biedt Microsoft Word Co-Pilot aan. Als ik een opdracht geef, kwam er altijd wel iets uit waar ik wat mee kon. Dat waren dan overigens niet de tekstjes die je hier leest, die komen gewoon ouderwets uit mijn koker. Maar van de week raakte ik enigszins van mijn stuk toen ik een puzzel zat te maken en met de letters in de woorden gratis kalveren een ander woord moest maken. Ik kwam er geheel tegen mijn gewoonte in niet uit. Ik had de puzzel al eens weggelegd omdat de ervaring had geleerd dat dat kan helpen; afstand nemen, stapje terug doen en na een tijdje weer oppakken, en dan opeens zie je het. Maar, nu niet. Evenmin na een tweede en derde keer. En toen dacht ik: Laat ik AI eens proberen. Ik vroeg aan Co-Pilot: Welk Nederlands woord van veertien letters kun je maken met de letters in gratis kalveren? Het antwoord: Een woord van veertien letters dat je kunt maken uit de letters in “gratis kalveren” is “vertaalkring”. Dit woord combineert de letters op een manier die een coherent en betekenisvol Nederlands woord vormt. Maar helaas, vertaalkring heeft twaalf letters. Daar kon ik dus niks mee. Ik probeerde nog wat opdrachten maar het leverde niets bruikbaars op. Ik kreeg eerder het idee dat AI naarmate ik meer opdrachten gaf steeds meer in de war raakte. De laatste waarmee ik het probeerde: Geef een opsomming van alle Nederlandse woorden van veertien letters die je kunt maken met de letters in gratis kalveren. Daarop antwoorde Co-Pilot: Veertien-letter Nederlandse woorden uit “gratis kalveren” zijn vertaalkring, verslaatkraag, rijkstaalverg, krateralgvis, klaverratings. Ik was na tien minuten AI nog altijd niet waar ik wezen moest. Ik was eerder nog verder van huis dan daarvoor. Toen was ik het vertrouwen in mijn eigen scherpte kwijt, na die tien minuten ook nog in AI. Zelfs letters tellen was voor AI te moeilijk gebleken. Ondertussen had El bedacht wat het woord moest zijn. Ik zal eraan proberen te denken je dat morgen even te laten weten. Heb je even de tijd zelf je hersens te breken op gratis kalveren. En dus slimmer te zijn dan AI.
Wakker
Bij de viersprong moesten we zijn. We waren er na een telefoontje en enig zoeken toch nog op tijd bij uitgekomen. Er stonden wat hekken en wat auto’s plus een verkeersregelaar met een fluitje. En blaast die op dat fluitje dan weet je: Hier is de koers! De viersprong lag in het buitengebied ten noorden van Deurne; waar de wegen tussen de open velden kaarsrecht zijn, en smal en vlak en winderig én met forse bomen afgebiesd. Daar is de ideale habitat voor koersen in het begin van het seizoen, als de benen langzaam uit hun winterslaap komen en er nog kilometers moeten worden gemaakt zonder al te veel poespas. Met vier of vijf bochten in het parcours heb je dan zoiets ingewikkelds als sturen wel tot een minimum beperkt. We liepen door naar de start en finish. Het was er een toffe boel met muziek uit de jaren zestig en zeventig. Er stonden ongeveer tachtig mannen van alle leeftijden en één jonge vrouw klaar om op smalle bandjes met hoge snelheid het door zware landbouwvoertuigen ruw gereden asfalt te teisteren. Kleinzoon Em van veertien had er ook zin in. Voor hem waren we daar, ten noorden van Deurne, waar de zon stukje bij beetje wegzakte boven nog zandig bruine akkers en waar een kille wind een einde maakte aan een aangename lentedag. En toen viel de muziek stil. Iemand riep in een microfoon: Rijden maar! En daar gingen ze, met krakende kettingen en kuiten op ontploffen. Na een uurtje hadden we ze allemaal een keer of vijf voorbij zien komen en hielden we het voor gezien. Em werd als verwacht nog gedubbeld, terwijl zijn gemiddelde snelheid 36,3 km/h was. Ik keur het goed. Benen zijn wel wakker, lijkt mij.
Pink
We waren tussen twee afspraken in en moesten hoognodig wat eten. Maastricht lag te stralen onder een warme lentezon. Op de terrassen stonden de parasols nog als staken tussen de setjes tafeltjes met stoelen. Ze nu al uitvouwen en schaduwen laten werpen: het zou vloeken in de kerk zijn geweest. De lentezon eiste terecht haar rechten op. We gingen op zoek naar een tafeltje binnen. Eten doe je niet in de volle zon, vinden wij. Het werd een tafeltje tegen de met smalle latten beklede achterwand van de brasserie. Het was er lekker rustig maar we hadden wel goed zicht op het grote terras met uitzicht op het water waar het stervensdruk was. En waar veel jong volk probeerde een eerste verkleuring van de huid op te doen. Aan een van de andere tafeltjes tegen de achterwand zat een man die zich nogal verdiepte in het scherm van een laptop. Hij zat met zijn rug naar het terras. Concentratie, dacht ik. Zo nu en dan tikte hij een stukje tekst. Naast de laptop stond een kop van het formaat waarin cappuccino wordt geserveerd. Hij nam daaruit voorzichtige slokjes. Nog wat warm, dacht ik. De ober kwam en we bestelden een broodje en koffie. Het wachten begon. We zagen hoe het ene na het andere bord met salades, broodjes, wraps en burgers in de richting van het terras verdween. Bladen vol water, wijn en bier trokken mee in de parade. Ik had trek. Ondertussen tikte de man stukjes tekst, haalde weer eens wat weg, voegde weer wat toe, staarde naar het scherm, tikte weer wat en nam ondertussen nog steeds kleine slokjes van zijn cappuccino; het oor van de kop hield hij vast met duim, wijs-, middel- en ringvinger terwijl de pink een geheel eigen weg ging. De ober bracht ons voedsel. We vielen aan. Toen ik weer even opkeek, zag ik hoe de pink van de rechterhand van de man achter de laptop langzaam in zijn rechter neusgat verdween, daarin langzaam ronddraaide en weer werd teruggetrokken terwijl de man geïnteresseerd naar de iets vochtige top keek. Ik besloot me per onmiddellijk weer op mijn broodje te concentreren. Even later zag ik vanuit een ooghoek dat de man zijn laptop dichtvouwde en de brasserie uitliep.
Traag
Geschreven op woensdag 25 juni 2008
Vandaag een trage dag gepland. Alles lekker langzaam doen. Slow living, dus. Dadelijk even met de auto naar de wasstraat. Dan naar ’s-H., even bij vriend G. aan, en dan door naar A.. Het zal vanavond wat later worden dan normaal. Nicht K. viert vandaag dat ze is afgestudeerd. Daar wil ik als oom even bij zijn. Gisteren overigens ook even naar ’s-H. geweest. Met de trein, jawel. Maar dat was een beetje zakelijk. Mogelijk een leuke klus in het verschiet. Maar daar wil ik nog even goed over nadenken. Slow thinking, zeg maar. Met dit soort dagen – veel de deur uit en keurig in de kleren kom ik wel helemaal niet toe aan de klussen in huis. Soms heb ik de indruk dat het daardoor ook almaar niet opschiet. Dat laatste is natuurlijk niet helemaal waar, maar toch. Slow mag dan volgens de goeroes goed voor ons zijn, slow working, daar kan ik nog altijd niet tegen. Er zit nog altijd een tempo in mijn lijf dat zich maar niet laat temperen. Slow living roept een vaag soort schuldgevoel op. Niets doen al helemaal. Dan is er van vaag zelfs geen sprake meer. Dan liggen alle klussen er met nog meer nadruk ongedaan bij. Van alles roept, schreeuwt dat het graag en met spoed afgetimmerd wil worden, geplamuurd, geschuurd, gekit, gegrond, gelakt. Of versjouwd wil worden en in elkaar en op zijn plek gezet. Of gelezen wil worden, begrepen en innerlijk verwerkt. Of geschreven wil worden. Of gekocht, schoongemaakt en voor consumptie gereed. Of verkocht wil worden. Of bezocht wil worden, aandacht wil krijgen of bewonderd wil worden. Allemaal door mij, van mij. Rustig, rustig, rustig roep ik dan terug vanuit een hoofd dat gewoon even niets wil maar zich wel aangesproken voelt. Het komt allemaal goed. Slow weliswaar, maar het komt goed. Oh ja, die foto’s bij de voorvorige passage uit het dagboek; ze komen er aan. Niet nu, maar morgen of overmorgen. Vandaag is het een trage dag. Bewijs uit het ongerijmde dat dat goed is: er stijgt net van Maastricht Aachen Airport een viermotorig propellervliegtuig op. Héél traag en met een heel geruststellend gebrom
Daar
Met dit gedicht deed ik mee aan schrijfwedstrijd De Raadselige Roos van Literair Café Venray. Het kon er geen potten breken.
daar staat ze, op de dijk
ze kijkt stroomop
de wind rolt over rimpelwater
het sneeuwde ooit – dan
vrij en wild en ongeremd
springt het van steen op steen
juicht tegen helder blauw,
laat het zijn druppels vangen
ze nam ze mee
ze draagt ze in haar hart
ze laat ze vrij
daar staat ze, op de dijk
ze kijkt stroomaf
de wind rolt over rimpelwater
het speelde ooit – dan
rustig, kalm en zonder haast
zoekt het van dag op dag
de luwte van een trage stroom,
wil het een zachte bedding
Beeld
we reden op een lange, rechte weg,
links een kanaal en soms een boom,
rechts uitgestrekte, nog fris groene velden.
je rijdt alert, kijkt ook wat rond
en in een flits was er een beeld
waaraan ik niet ontkomen kon.
en dus nam ik het op en mee.
er liep een vrouw over een pad.
nou en – nou deze viel zeer op,
de kin omhoog, de ogen strak vooruit,
haar wilde haar achter haar aan.
ze stapte als 4sterren generaal,
haar bronzen borstbeen kaatste licht,
de zon hing voor haar als een prooi.
Koor
De A73 was weer eens dicht. Vanaf Maasbracht richting Venlo. De file begon op de A2, in de buurt van Roosteren al was de vaart eruit gegaan. Het was vervolgens doorsukkelen en afslaan naar de Napoleonsweg. Ook die zat tot het eerste stoplicht bij Grathem propvol. Daar sloeg ik af naar Baexem. Het was lang geleden dat ik de route via Heythuyzen, Roggel, Helden naar de Middenpeelweg had gereden. Er was veel veranderd en tegelijk was alles vertrouwd. Meer dertig kilometerzones, een huis had een carport, een ander een erker, weer een ander een enorme dakkapel. Er was van alles gesloopt en nieuw gebouwd. Veel wegen waren opnieuw aangekleed. De som van alles is dat de wereld waarin we wonen er steeds fraaier uit gaat zien. Ik wil niet zeuren maar ondertussen gaat het met de verhoudingen in het land een stuk minder. En ja, ik weet het, van botox, een kleurspoelinkje en liposuctie wordt een mens ook niet socialer. Ik kwam van een uitvaart in de basiliek van Meerssen. Die zat bomvol. Ik moest denken aan de afscheidsdienst van mijn vader, in dezelfde basiliek, eind 1976. Toen zat die ook vol. En vandaag zong het Basilicakoor, mijn oude koor. Ik verbaasde me er over dat het me ontroerde, het te horen zingen en te weten dat ik er ooit in had meegezongen. Met het prachtige Benedictus en het Franse Au Coeur De Ce Monde. En ja, er gaat wat om in een hoofd op een lijf in een auto die noodgedwongen een oude, vertrouwde route rijdt na wat uren waarin vooral herinneringen de gedachten bepaalden. Uren waarin we stilstonden bij Jan die ook zong in het Basilicakoor en de vader is van een goede vriend.