We waren ooit in Tours met onze kampeerbus. Het was toen al een voertuig waarmee met grote zekerheid meer kilometers waren gemaakt dan op de teller stond – 110.000 – toen we het kochten. Het was een VW-T2 personenbus die ik zelf had omgebouwd. Toen we op de camping in Tours neerstreken hadden we al een rondje gemaakt door onder andere Provence, Ardèche en Limousin en we waren weer op weg naar huis. We hadden ontdekt dat er steeds een plasje olie onder de bus stond en dat een klein tonnetjerond reservoir dat zichtbaar in de cabine was gemonteerd langzaam leger raakte. Dus, in Tours bezochten we een garage om daar eens naar te laten kijken. De diagnose kwam snel en was trefzeker. De remcylinder lekte en die kon niet een, twee, drie gerepareerd worden. Maar, we konden er best mee naar huis rijden, voorzichtig aan en dan moesten we wel zo nu en dan het reservoir bijvullen. En hier was een flesje met remvloeistof. Lang verhaal kort, we kwamen er veilig mee thuis. En nu zijn we weer in Tours en hebben we niets anders aan het hoofd dan een beetje rondkijken. In het centrum is het lekker druk. Het is – immers – vrijdagavond, het weekeinde begint, het weer is goed. De terrassen zitten behoorlijk vol en men paradeert. Wij slaan het gade. Wat zijn hier veel jonge mensen en wat zijn hier veel baby’s van nauwelijks een, twee maanden. El en ik raken daarvan ontroerd, tegenwoordig. Van kijken naar die jonge mensen. Van ze zien. We weten nog steeds niet precies waar dat door komt. Het plan is dat verder te onderzoeken. Net voor zes uur kwamen we langs de basiliek en daar stapten we toch nog maar even binnen. Hij is eind negentiende, begin twintigste eeuw in ongeveer veertig jaar gebouwd en nogal rijkelijk versierd, in quasi romaanse stijl en verder nogal eclectisch gedecoreerd. Dat pakte me veel minder dan toen klokslag zes uur de zes of zeven – het was lastig tellen van achter uit de kerk – kloosterzusters aan hun vespers begonnen. Een katholieke opvoeding gaat je niet in de kouwe kleren zitten en in sacrale sferen kan die behoorlijk opspelen. Maar goed, na een kwartiertje konden we er ons toch van losmaken. We belandden vervolgens op de Place Plumereau waar we ons voegden in het profane leven van de hedonisten. Proost.