Ik was vrijdag al vroeg hardnekkig wakker. Het werd vijf uur, half zes, zes uur en om half zeven hoorde ik een merel. Een merel, fluiten, begin november, de eerste nachtvorst is al over de gewassen heen. Even dacht ik dat het mijn tinnitus was. Dat zich een merel in mijn oor genesteld had. Dat heb je met tinnitus, dat je geluiden hoort die er niet zijn. Soms blijft bijvoorbeeld het geluid van de hier met regelmaat voorbijrazende ambulances en politiewagens nog een paar uurtjes in mijn oren na-alarmeren. Maar meestal ruist, zoemt en piept het er vooral zo’n beetje en is er in de verte altijd het tikken van een wekker te horen. Zo is de tijd altijd in mij aanwezig. Voor als ik mocht denken dat ik onsterfelijk ben.
Deze korte tekst is geciteerd uit een column die op 11 november 2020 verscheen op de website van Meer Vandaag, de Lokale Omroep Meerssen. Lekker makkelijk!