Er zit een duif op het gazon. Nou ja, gazon; het is meer kort gehouden divers groen, waaronder gras. De duif kuiert wat, de duif pikt wat van de grond, de duif kijkt wat rond. Er staat een hek rond het gazon. Er middenin staat een heel nieuw speelkasteel. Daar heeft de duif niets mee. Evenmin met de verweerde, betonnen pingpongtafel. Boven het gazon spreiden twee dennen en een berk hun takken. Langs het gazon met het hek loopt een pad van flagstones. Wij zitten op een balkonnetje met een witte plastic tafel, twee witte plastic stoelen die smerig plakken en twee ineen gevouwen plastic wasrekjes van verschillende grootte. We kijken uit op het gazon met de duif, de bomen, het pad, de pingpongtafel en het speelkasteel en op een flink door auto’s bereden weg. Herrie, dus. We hebben vandaag bijna 650 doodsaaie kilometers gereden om in deze vakantie-idylle te belanden. Hoogtepunt was de passage van de Pont de Normandie. Ondertussen is de pijn in mijn rug soms niet te harden. Overbelast, denk ik. Ik ga jullie er niet mee vervelen maar wil nog wel gezegd hebben dat het de vierde keer in twee jaar is dat een reis begint met stevige rugpijn. Een keer was het zo bar dat we maar zijn thuisgebleven. Verder is alles goed. We zijn in Deauville. De duif graast nu in een ander veldje. Aan de andere kant van het pad van flagstones. Duiven, het zijn vogels die inspireren tot helemaal niets. Het zijn ongelooflijk nietszeggende vogels. Ik heb er twee ooit een poging-tot-een-nest zien bouwen. Ze doen maar wat. Enkel eieren, gelegd in een bolaccacia hebben een kans uit te komen, omdat de bolaccacia sowieso een grote nestdichtheid van zijn takken heeft. Als een ei daar uit valt, dan heeft het intrinsiek al echt geen zin om te leven. En als je lang naar een duif kijkt of er op reflecteert, moet je je echt afvragen waar je in godsnaam mee bezig bent. Ga leven!