Het was ooit een op zich best aardig pleintje, toen het nog op de tekentafel lag, maar nu is er de troosteloosheid trending. Je komt er via een smalle doorgang waar doorgaans zelfs een gematigd windje uit woede over zo weinig Lebensraum tot grote razernij komt. Er is de toegang tot een grote, gele supermarkt, de ingang van een kleinere en vooral in rood gestoken Poolse supermarkt, een geel-blauwe textiel- en koopjeswinkel, een bloemenzaak en een grote, donkere, holle en leegstaande winkelruimte. Oh, en nog een ruimte voor iets met yoga en een andere met sushi. Op het pleintje een lange rij fietsrekken die altijd gevuld zijn, meestal vooral met fietsen die omliggen of elkaar wanhopig tot steun proberen te zijn. En dan zijn er in deze tijd van het jaar nog een paar iele, schrale bomen in het stadium van zogoed als uitgebloeid en dus hevig in de rui. Als kers op de taart ligt er een border vol bodembedekkers, met eromheen een verhoogde, stenen rand waarop de vermoeide bezoeker van dit adembenemend zielloze plekje even wat rust kan nemen. Voor de Poolse winkel stond een mevrouw promotioneel te shinen. Uit een luidspreker onder een tafeltje met daarover een Poolse lap klonk uptempo Poolse muziek. Onderwijl sneed de mevrouw worsten in partjes om die vervolgens op een grillplaatje voor consumptie rijp te verhitten. Die legde ze op kleine kartonnen schaaltjes, spoot er een rood sausje overheen en bood ze uitnodigend lachend aan voorbijgangers aan. Maar, iedereen had al gegeten. Ondertussen kwam de eigenaar van de sushizaak samen met vrouw en kinderen het pleintje oplopen. Hij draaide de deur van de zaak van het slot. Het hele gezin verdween naar binnen. Terwijl de vrouw met de kinderen dieper de zaak inliep manoevreerde de man twee bezorgfietsen de zaak uit. Ja, die ziet er inderdaad niet uit alsof je er gezellig voor wat hapjes aanschuift. Bij de geel-blauwe winkel was het een komen en gaan van klanten. Ik zat op de rand rond de border en zag het allemaal gebeuren. En dan heb ik nog niet verteld over de zware man op zijn luxe zitfiets met drie wielen en verder van alles erop en eraan – een grote bidon, een vlag aan een lange staak, een mand voor een kleine hond, een paraplu in een houder, een bagagetas annex rugzak, een geel hesje en een houder voor een smartphone – die net niet hinderlijk voor de sushizaak stond geparkeerd en enkel oog had voor iets op het schermpje van zijn smartphone. Toen El en de kleine uit de geel-blauwe winkel kwamen, was de kleine een stukkie speelgoed rijker en konden we op weg naar zijn bolletje ijs. Nee, hij wist nog niet welke smaak het zou worden. Nog even nadenken, zei hij. Het had ook geen haast, we hadden alle tijd van de wereld. Langzaam liepen we naar een ander plein. Daar viel de keuze op aardbeien.