We hadden vruchtbaar vergaderd. Dat kan, met vijf mens, man/vrouw. Zijn het er meer dan wordt het al snel lastiger. Maar deze vijf, dat zijn behalve goede praters ook excellente luisteraars. We namen afscheid onder het toeziend oog, hoog in de toren van de Grote Kerk. En onder het licht van de volle maan. Het verlichte oog sloeg negen uur. Een mooie tijd om naar huis te lopen. Het was er ook het weer naar – aangename temperatuur, zacht windje – voor een traag tempo te kiezen. Op het punt waar het langs mijn route naar huis minder licht werd en ik het centrum uit zou lopen besloot ik af te slaan en de weg door het centrum te lopen, naar het plein. In de restaurants met meer Nederlandse culinaire wortels was het licht gedempt. Vanuit een bepaald cultureel perspectief is dat oergezellig. In de op Italiaanse culinaire leest geschoeide restaurants kraaide uitbundig helwit ledlicht victorie. Vanuit een ander cultureel pespectief ook gezellig. Wel denk ik dan: Daarmee vergeleken is het schilderij Nighthawks van Edward Hopper een vrolijk feestje. Op het plein klaterden de fonteinen kleurig licht. Dertig, veertig jaar geleden liep of fietste ik vaak ook rond negen uur of later door deze straten, over dat plein, vaak na vergaderingen met veel te veel mensen die niet altijd of gewoon slecht naar elkaar luisterden. Toen was het er een dode boel, een uitgestorven dorp, geen mens meer op straat. Nou ja, ik dan.