Leed

Hij stelde zich voor dat hij een verhaal ging schrijven. Maar, waarover zou het dan moeten gaan? Niet dat er niet genoeg leed in de wereld was waaruit hij inspiratie zou kunnen putten. Maar, wilde hij wel schrijven over leed? Hij kwam er vooralsnog niet uit. Hij zette de radio aan. Wie weet, dacht hij. Het nieuws liep net zo’n beetje ten einde. Hij viel binnen in het laatste item, bleek enkele minuten later. De onderhandelingen over het staakt het vuren waren mislukt, er was tot verdriet van de onderhandelaars van beide partijen geen gezamenlijke slotverklaring tot stand gekomen. Wel zagen de bij de onderhandelingen betrokken partijen uit naar hun volgende ontmoeting in – dat was nog onduidelijk – Parijs of Londen. Ze waren het erover eens: ze waren er nog niet uit maar hadden kostbare tijd gekocht. En, hoewel ze het niet met elkaar eens hadden kunnen worden, er was voldoende onderling en wederzijds vertrouwen, er was – zover was het nu wel – meer dan voldoende hoop dat het een volgende keer wel zou lukken. Iedereen was van goede wil, zoveel was zeker, ze gingen nu in groter begrip voor elkaar uiteen. Dat waren partijen, naar eigen zeggen, beide aan hun achterban verplicht. Er waren grote verwachtingen gewekt in de aanloop naar deze top. En ook tijdens de gesprekken leek de bereidheid er samen uit te komen alleen maar te groeien. Er was voorzichtig optimisme alom. Het was helaas nog niet voldoende duidelijk waar de gesprekken nou precies op waren stukgelopen. Partijen realiseren zich dat dat op dit moment de realiteit is. Meer zit er op dit moment  gewoon niet in. Dit was het nieuws van acht uur, sloot de nieuwslezer af. Er is nog hoop in de wereld, zei hij tegen zichzelf, zachtjes, maar toch, hier kan ik niets mee. Uiteindelijk zat onder die hoop te veel niet aangepakt en opgelost leed. Te veel enkel hoop, niets dat lijkt op geluk, niet iets om naar uit te kijken. Hij wist nu zeker: Het verhaal diende over geluk te gaan. Geluk dat diep in de hoofdpersoon zit, dat hij nog niet kent, dat stil ligt te wachten tot het voorzichtig wordt aangeboord, wakker gekust als het ware. Daar moet in zijn leven iets voor gebeuren. Nu nog even uitzoeken wat en hoe. Hij vouwde zijn laptop open. Nu nog op zoek naar een pakkende opening. Terwijl hij zijn vingers naar het toetsenbord bewoog, hoorde hij de brievenbus. Hij stond op, liep zijn werkkamer uit de gang in. Op de deurmat, zag hij, lag een envelop met een zwarte rand. Het was de rouwbrief die hij al een week of wat verwachtte.