Het is vrijdagavond en sinds enkele weken wordt het ons vergund een blik te werpen op de dagelijkse besognes van de eigenaren c.q. bewoners van een zestal landgoederen. Het is omroep Max die er steeds in slaagt nieuwe prooien aan het aan inkijkjes verslaafde volk aan te bieden. Vooraf: Ik reken mezelf daar ook toe. We werden getrakteerd op series als Ik Vertrek, Bed & Breakfast, Kasteelvrouwe Emmy – WAAR IS EMMY? – en nu dan Liefde voor het landgoed. Nu zijn het mensen van een zekere komaf die zich in de kaart laten kijken. Naar hun dagelijkse besognes, dus. Het is allemaal niet zo dramatisch als in Ik Vertrek – JAMMER! – maar het is wel zorgelijk. Minstens zorgelijk. We krijgen als kijkers geen inzage in de boeken maar je krijgt wel het idee dat het een voortdurend omdraaien van het laatste dubbeltje is. Het beheer van een landgoed is gevestigd op karigheid maar dan wel van het meer scheutige soort. Het is een doorontwikkelde vorm van beschaafd sappelen, ingebed in netwerken met royaal geld achter de hand. Plus vrijwilligers. En verder is er marketing. En zijn er subsidies. Daarnaast, de clientèle – die zich meldt voor een high tea onder zeer luxe partytenten met op de tafels perfect gesoigneerde bloemboeketten en voor lijders aan diabetes 2 absoluut verboden snacks – is beslist niet voor minder in de markt dan voor iets exclusiefs waar men elkaar geen tikkie voor stuurt. Verder is er ruimte voor equestre evenementen, idyllische openluchtconcerten en arcadische bruiloften. En, niet onbelangrijk, een aantal landgoederen is open voor het publiek. Het publiek. Laat duidelijk zijn dat ik het belangrijk vind dat deze landgoederen de tand des tijds doorstaan. Handen uit de mouwen, dus. Doorsappelen!