We zagen hem al van ver aankomen, de man in het opvallende jack. Opvallend, want felrood-roze. Ook wel viva magenta, zegt Volkskrant Magazine. En dichterbij: bril in twee kleuren. Of we hem een flyer mochten geven, vroegen we.
Nee, zei hij.
U gaat wel stemmen?
Ook niet. Hartsgrondig.
En wij: Waarom niet? Vriendelijk.
Hij was al half voorbij, maar bleef staan en keerde zich naar ons.
Ik moet zeggen, ik had verwacht dat hij wél zou gaan stemmen. Het was niet de eerste keer dat ik in de aanloop naar verkiezingen mensen aansprak met een flyer en voor een praatje. Hij zag er uit als een betrokken burger. Maar goed, een vooroordeel verdient het te worden doorgeprikt.
Waarom niet? zei hij. Omdat we jullie alleen zien als er verkiezingen aankomen.
Daar had hij een punt.
Maar wat verwacht u dan van ons?
Hij dacht na. Ik vind dat we jullie hier minstens een keer per maand zouden moeten zien. Dan praten we jullie wel bij.
Hoewel we graag en bij voorkeur informatie ophalen, ik voel altijd nog een beetje de behoefte in zo’n gesprek zelf van alles te berde te brengen. Zoals: Maar als u ons zo graag vertelt hoe u over dingen denkt, bel ons dan of mail ons. Wordt lid van een politieke partij of ga minstens stemmen.
Ik stak in op het laatste. Dus als wij ons maandelijks laten zien dan gaat u wél stemmen? Dan treft u het want we hebben sowieso plannen in die richting. En wilt u dan minstens overwegen op 22 november toch te gaan stemmen? Het klonk als koehandel en dat was het ook wel een beetje. Maar ….
Je moet toch wat als je vindt dat gaan stemmen nóg belangrijker is dan stemmen op jouw partij, dacht ik. Zeker als je achter het voornemen niet te gaan stemmen gaandeweg het gesprek een ondanks alles betrokken burger vermoedt. En ook de weerstand voelbaar wat afbrokkelde.
Goed, zei hij, ik ga nu naar huis en zal er nog eens over denken.
We wensten elkaar nog een fijn weekeinde.
Inmiddels was de zon gaan schijnen, haha. Toeval bestaat niet.