Gisteren zag ik op televee de documentaire Dorp Zonder School over de strijd van ouders voor het behoud van basisschool De Driehoek voor Griendtsveen. Dat dorp ligt in De Peel, aan de rand van het gebied waar vroeger turf gestoken werd. Er loopt een drukke spoorlijn langs. Ooit was er een stopplaats maar tegenwoordig neemt geen enkele trein de moeite er halt te houden. Griendtsveen is van geen belang voor de wereld. Het maakt niet veel uit of je vanuit Ysselsteyn, Deurne, Helenaveen of de Middenpeelweg naar Griendtsveen rijdt, het is altijd verder weg dan je zou denken. Griendtsveen is een uithoek maar het is wel een van de allermooiste uithoeken van Nederland. Doorgaans willen mensen niet in uithoeken dood gevonden worden, nou, in deze, ik wel. Bij wijze van. Griendtsveen is een klassieke idylle. En het is een oersterke gemeenschap, bleek in de documentaire. Ze slaagde erin haar veel te kleine school voor het dorp te behouden. Tegen de tijdgeest en alle logica, rationalisering en efficiencydenken in. Het is een tegendraads denken waar ik wel van houd omdat het niet stopt bij beweren dat iets niet deugt en anders moet maar daarvan de praktische gevolgen aanvaart en aan het werk gaat, met oplossingen komt en die realiseert. Tegelijkertijd, ik ben ooit verliefd geworden op Griendtsveen, op de huizen, het landschap, het water, de bomen, het immense groen onder een warme zon, vooral fietsend, dus ik gun dit Griendtsveen zo ontzettend. Plus, ik was onder de indruk van die leraar die met die kinderen deed wat je als leraar moet doen: de wereld verkennen, om te beginnen met je eigen omgeving, de wereld om de hoek. En dan kwam ook nog eens Jack Poels met Terug Naar Griendtsveen door de luidsprekers. Ik vond die documentaire in alle opzichten een feestje.