Gehoor

Gisteren schreef ik over oorkaarsen. En hoe ik daarmee kennismaakte in de eerste week van februari 2021. Ik was toen al bijna tien jaar de drager van twee voor de buitenstaander nauwelijks zichtbare gehoorhulpjes. Uit zo’n manier van benoemen spreekt absoluut respect en dankbaarheid maar in de dagelijkse praktijk bleken het draken van dingen die alles schel deden klinken, mij in grotere gezelschappen nog dover maakten dan ik al was én de productie van oorsmeer – ja, ik weet het, ik laat je zo wel even heel erg bij mij naar binnen kijken – enorm opjoegen. Precies een week later, op 17 februari 2021 en gepubliceerd op de website van Lokale Omroep Meerssen, schreef ik het tekstfragment dat je zo meteen gaat lezen. Nu dus.

Er kwam een brief van een gehoorspecialist. Ik kon geheel gratis een zeer geavanceerd en niet al te prijzig gehoorhulpmiddel testen. Dat leek me wel wat. Ik was niet echt tevreden over de apparaatjes die ik heb en aan gratis kun je je over het algemeen geen buil vallen. Een afspraak was snel gemaakt. Dat ging via een website waar je zelf een tijd van je keuze kon invullen. Twee dagen later kreeg ik een telefoontje. Of ik ook op een andere tijd zou kunnen. Ik vroeg me af waarom de gehoorspecialist een online afsprakensysteem had opgetuigd. Maar, ik realiseerde me ook dat ik me vaak dingen afvraag die me geen steek verder helpen. Want nog vaker zijn de dingen gewoon zoals ze zijn. Vroeger zeiden mensen dan dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. En zelden aangenaam, kwam daar dan soms nog achteraan. Die wetenschap hield je weg van vruchteloos nadenken. Toen ik op de afgesproken tijd op de deur van de gehoorhulpmiddelenwinkel klopte – de bel deed het niet of ik hoorde hem niet – keek achterin de zaak een man van achter een bureau en een mondneusmasker enigszins verstoord op. Had hij mij wel verwacht, vroeg ik mij af. Tegelijk zei mijn innerlijke ander: Indien niet, wat dan nog? Lang verhaal kort. In welke situaties ik vooral gehoorhulpmiddelen nodig had, vroeg de man. Ik zei: Op drukke recepties, in het theater en tijdens vergaderingen als iemand naast me iets in mijn oor fluistert. Tja, zei de man, dan heeft een proefperiode niet zoveel zin. Dat zijn namelijk precies de situaties die zich nu, met COVID-19, niet voordoen. En daar had hij gelijk in.