Terwijl we door de Passage liepen zagen we dat er in de Schoolstraat iets aan de hand moest zijn. Voetgangers hielden in, keken allemaal dezelfde kant op en er sprak zelfs iets van opwinding uit de manier waarop sommige stilstonden. We gingen de hoek om en zagen dertig meter verderop vlammen. Tegen een van de bloembakken van cortenstaal en – zoiets weet je dan: daarin uitgesneden Venray bloeit – waren ze het felst. Het branden klonk nijdig. In 1961 waren we in Maastricht gaan wonen, in een maisonnette met een souterrain. Daar hadden mijn ouders een industriebrander gekocht en daarop kookte mijn moeder elke maandag in dat souterrain water voor de was. Dat nijdige branden was het. Het geluid van gas dat zich door nauwe openingen naar buiten perst en vervolgens vlam vat, ontbrandt. Maar dat drong op dat moment nog niet tot me door. Dat kwam pas later. We liepen verder de Schoolstraat in, rond de brandhaarden was het leeg, mensen bleven op afstand. Voor de Schouwburg sloegen we rechtsaf. Daar stond Em. Op het terras van Er ging zo’n terraskachel branden op plekken waar dat niet de bedoeling is, zei ze. Ze hebben de gasfles er nog uit kunnen trekken, hebben nog geprobeerd het vuur met poeder te blussen, maar dat lukte niet. Ik heb 112 gebeld en nu wachten we op de brandweer. We hoorden een sirene, in de verte nog. Daar zul je ze hebben, zei El. Even later begonnen twee agenten op hun gemak de omgeving met rood-wit lint af te zetten. Nu was er écht iets aan de hand. Was de affakkelende gasfles en veiligheid net nog gewoon iets van zorgzame burgers onder elkaar – Stop, niet doorfietsen, gevaarlijk daar; gevaarlijk daar, gasfles, beter even omlopen – nu namen de autoriteiten het over en was het nijdige brandje officieel een incident. Weer klonk het geluid van een sirene die snel dichterbij kwam. Het gas in de fles was inmiddels op. Het werd stil. De brandweerwagen reed het plein op en uit vier verschillende deuren doken zes mannen in vol ornaat op. Drie van hen naderden behoedzaam de gasfles, ongetwijfeld nog heet maar intussen wel gekalmeerd. De diagnose was snel gesteld, het nablussen kon een aanvang nemen. Er vloeide rijkelijk water. We schoten nog een paar foto’s en een filmpje voor in de gezinsapp. De agenten begonnen het lint binnen te halen, de jongens van de brandweer dromden samen rond de lege gasfles, de bezorgden en nieuwsgierigen gingen huns weegs en Em, El en ik schakelden over op huis-tuin-en-keukendingetjes. Misschien kun je er een stukje over schrijven, zei Em.