Col

Vanochtend zongen we met ons koor in de kerk van Broekhuizenvorst. Ons koor, dat is Ars Musica, dik vijftig jaar geleden mede opgericht door Er, een van mijn toenmalige collega-docenten. Voor hem zat het leven er helaas al in 1993 op. Ik ben twee jaar geleden, terug in Venray, ook voor hem gaan zingen bij wat ik nog altijd ook als zijn koor zie. Met Er traden we als docenten op school ook op als cabaretiers met ensemble De Gadt. Hij als componist en aan de piano. Terwijl we vanochtend zongen was voor mij Er er ook. En ook vriend Tee, vandaag negen jaar dood. Wat je nu gaat lezen, schreef ik in 1994. De aanleiding was nogal triviaal: mijn oog viel op een trui in mijn kast toen ik die aan het opruimen was.

Zwarte coltrui                                                          

0308-1994

een vriend van mij

had wat met zwarte cols

de truien die hij droeg

als hij weer op moest treden

nog over uit de jaren vijftig

dat wil zeggen als symbool

gisteren trof ik er een aan

ooit geleend en in mijn kast

omdat wij samen op de planken

zouden staan met vijven

zingen zouden we

en heel veel zeggen ook

niet allemaal even vrolijk

maar wel heel waar

we moesten allen in ’t zwart

meer bijzonder met een col

de indruk die dat maken zou!

zonen en één dochter 

van de jaren vijftig

zelf had ik geen

zwarte coltrui meer

Nu heb ik deze tien jaar later

eindelijk maar eens weggegooid

de vriend is dood

al bijna weer een jaar

hij kan hem toch niet meer gebruiken

en de herinnering aan hem

die hoort niet in mijn kast

hij zal mijn lijf niet meer omsluiten

mijn lijf omsluit nu hem