Ze waren allemaal niets veranderd. Dat zeg je als je mensen na soms tien, vijftien jaar, weer eens ziet. Maar dat klopt natuurlijk niet. Je herkent ze, dat wel. En de meesten zijn wel degelijk veranderd. Ook aan de kinderen van onze broers en zussen is het leven niet ongemerkt voorbij gegaan. Ze hebben moeten omgaan met scheiding, sterven, midlevencrisis, ziekte, ongelukken. Hebben de verantwoordelijkheid voor kinderen, werknemers, klanten. Ik weet het, ik trap hier wat open deuren in, maar om de een of andere reden ontroert het me dat die kinderen van toen het nu ondanks alles nog steeds goed met elkaar kunnen vinden en samen het gevoel van vroeger bij oma en opa oproepen. Zonder daar over te praten, zonder daarin te blijven hangen maar met verder te gaan waar ze gebleven waren en vooruit te kijken. Wijzer. Ondertussen spelen en praten hun kinderen met elkaar zoals hun ouders dat vroeger deden. Veel herrie, nauwelijks ruzie, weinig toezicht, een losgelaten klas, oefend voor hoe later met elkaar om te gaan. Zoals dat altijd al ging.