Gesprek

Er is weer perspectief. Ze hebben heel constructief met elkaar gesproken. Er zijn positieve ontwikkelingen. Ze zitten weer met vieren aan tafel. De sfeer is goed. De sfeer is beter dan die was. Er zijn ook heel verrassende ontwikkelingen. Het zat ontzettend fout, zeker, maar de kansen lijken te keren. Ze hebben elkaar weer gevonden. Het ijs waarop ze schaatsen is nog dun maar het lijkt nog te houden. De sfeer was ijzig, dat wel, maar lijkt nu toch wat te ontdooien. Het is tricky, de sfeer ontdooit maar het ijs moet nog wel wat aandikken. Het onderlinge wantrouwen lijkt nu eindelijk een vorm te vinden waarin ze elkaar minder uitsluiten maar meer samen een uitweg zien naar wat het volk wil gaan vinden. Er heerst nog geen euforie maar er is wel een voorzichtige hoop dat dat ze elkaar vinden in een oplossing van historische proporties. We kunnen rustig gaan slapen want het gaat de goede kant op al zullen we moeten afwachten of de goede kant de goede kant zal blijken.

Slavante

We zaten recht tegenover de ingang. Als de deur openging voelden we eerst een windvlaag en daarna kwam er een mens over de drempel. Of twee, of drie. Nu kwam er na de koude lucht eerst een klein hondje binnen. Aan een lijn, dat wel. Die werd vastgehouden door een oudere man. Allebei kregen ze een hartelijke ontvangst. Zo’n ontvangst die vaste klanten ten deel valt. Er staat een bakje water klaar, het is bekend dat een koffie verkeerd gewenst is en er is altijd een stoel over. Ergens. Want het was er weer eens kneiterdruk. Chique dames, oudere echtparen, ook wel chic, althans goed gekleed en redelijk maar soms ook zichtbaar wanhopig goed geconserveerd, wandelaars in fleece met rugzakjes, een grootvader met kleinzoon – opadag – en zoals overal in dit soort romantische etablissementen op romantische locaties een verliefd stelletje. Dat wil zeggen: zij wist het al dat ze verliefd was en hij nog niet, dacht ik. Maar, het zou er zeker van komen. Ik wist: als een meisje zo naar jou kijkt, dan heb je iets om over na te denken. En om er iets mee te doen. Ondertussen duurde het even voor we onze unnesop kregen opgediend. Maar we hadden de tijd. Of, we hadden dan wel trek maar wat kon ons het schelen. We waren weer eens op zo’n plek waar je vaker wilt zijn. En waar je noch op de omgeving noch op de mensen uitgekeken raakt. Toen we na de soep op de parkeerplaats kwamen, stapte de man met het hondje net in zijn auto. Ik stelde me voor dat hij morgen weer zou komen aanrijden voor zijn koffie verkeerd.

Licht

Kijk nog maar eens goed om, zei mijn vader. Mijn jongenshart weende. We fietsten over de lange oprijlaan van Sparrendaal naar de Helvoirtseweg, weg uit wat op dat moment al voelde als een vorig leven. We hadden afscheid genomen van docenten van mijn middelbare school die later Xaveriuscollege zou gaan heten. Het was juli 1961 en we zouden verhuizen. Het werd een bovenhuis in Maastricht, in een nieuwbouwwijk aan de westkant: Malpertuis. Met straatnamen op basis van het middeleeuwse verhaal over Reynaert de Vos. Ik miste mijn vrienden uit Vught maar Maastricht zou mijn stad worden. Mijn ouders raakten er al snel ingeburgerd en goed bevriend met de Augustijner priester die de parochie leidde en de opdracht had in deze nieuwe wijk een kerk te bouwen. Mijn vader werd al snel kerkmeester. Vandaag in de Limburger een artikel over de prachtige kerk die in 1965 werd ingewijd. Hij is inmiddels niet meer als kerk in gebruik, Opera Zuid is er nu bewoner. Hij is deze week een paar dagen open voor publiek. Morgen gaan we ons – na een jaar of vijftig onthouding – even laven aan het licht dat er van vier kanten binnenstroomt door de glas-in-loodramen van Albert Troost.

Zwijgen

Gisteren was Op1 gewijd aan het Holocaustmuseum. Er kwam uitvoerig ter sprake dat Joodse mensen die terugkwamen uit de kampen vooral zwegen. En dat hun ondergedoken en verstopte kinderen in veel gevallen met ontzettend veel onbeantwoorde en vaak ook niet gestelde vragen zijn opgegroeid. Over een van de grootste van staatswege georganiseerde systematische moordpartijen werd door de mensen die er aan ontsnapt waren niet gepraat. Het was te erg, ging de menselijke maat voorbij, ze schaamden zich voor de vernedering, voor hun overleven, wilden hun kinderen het verhaal niet aandoen. Allemaal begrijpelijke redenen maar ook dat diep weggeborgen trauma beschadigde hun kinderen. Soms ook erg. Ik heb geen Joods verleden maar ben wel opgegroeid met een beschadigde vader. Heel soms lichtte hij zelf tijdens gesprekken na het avondeten tipjes van de sluier op. Klap gekregen van een Duitse soldaat, in een kleine ruimte boven een kast tussen twee kamers verborgen gezeten terwijl Duitsers aan de voordeur stonden, hongerwinter doorgemaakt, zijn verloofde hongertochten zien maken. Dat soort dingen. Maar details hoorden we nooit. We vroegen er ook niet echt naar. Het was altijd terloops, dat we iets hoorden. Toen de vader van mijn moeder gecremeerd werd, bracht na afloop een van haar broers mij met enkele van zijn zoons terug naar mijn kamer in Nijmegen. Hij was na de landingen in juni 1944 de linies over getrokken, had zich als tolk aangesloten bij de geallieerden en trok met hen in zomer, herfst, winter en lente 1944/1945 op richting Duitsland en Duitsland in. Het verhaal in de familie is dat hij in de haven van Hamburg de Piet Hein, het door de Duitsers geconfisqueerde koninklijke jacht, ontdekte en dat hij er bij was toen Bergen-Belsen werd bevrijd. Er circuleerde in de familie een foto waarop Prins Bernard hem voor zijn verdiensten een medaille opspeldt. Op mijn kamer kwamen we over die fase uit zijn leven te spreken. Maar, voordat het echt interessant begon te worden, staken zijn zoons een stokje voor zijn spuien van voor mij nieuwe informatie. Pap moest maar eens ophouden met zijn verhalen over de oorlog. Die kenden ze nou wel. Dat kwam ook voor, dus.

Kevelaer

Een jaar of vijfenveertig geleden kwamen we voor het eerst in Kevelaer. In Duitsland was ook toen de benzine goedkoper dan in Nederland. Nu komen we er weer regelmatig. Weer vanwege de prijs van de benzine maar ook omdat de supermarkten er een deels ander assortiment hebben dan de supermarkten hier. Het is leuk daar wat in te grasduinen, net zoals een deel van het plezier van op vakantie in Frankrijk ook uit de rekken van de supermarkt daar komt. Wat ons verbaast is dat Kevelaer nauwelijks veranderd is. Veel minder dan Venray, bijvoorbeeld. Er heerst een gezapige rust, gedurende enkele maanden per jaar ernstig verstoord als gevolg van pelgrimages. Dat wel. In mei en oktober: in de klassieke Rooms-Katholieke traditie maanden gewijd aan Maria. De kapellen en kerken worden druk bezocht, er walmen honderden kaarsen op het centrale plein, de offerblokken raken snel gevuld, de winkels met religieuze parafernalia – kaarsen, bijbels, heiligenbeelden, missaals en rozenkransen – beleven gouden tijden. Evenals de restaurants want ook devote vereerders van Maria, die als geen ander de op de proef gestelde mens kan troosten, krijgen gedurende de dag trek. Over die restaurants: ook niet veranderd in die vijfenveertig jaar. Sagen wir: Tradition, Tradition, Tradition. In Kevelaer is in de restaurants in het centrum de tijd stil blijven staan. Daarmee vergeleken heeft zich in Venray een revolutie voltrokken. In Kevelaer vind je op de menu’s vooral grootmoeders keuken en de keuken van Nederlandse stationsrestauraties in de jaren zestig en zeventig, in Venray knaagt de tijdgeest gestaag en steeds beslister aan de bereiding van schnitzel en kogelbiefstuk met pepersaus. Toch, we komen nog steeds graag in Kevelaer maar het is echt een stap terug in de tijd. Er knispert niks, het piept en kraakt, dat wel. Nostalgie.

Bußgeld 3

Het leverde uiteindelijk weinig op, ons bezoek aan de politiepost in Kevelaer op vrijdag. Na een vluchtige blik op de brief met bekeuring constateerde de beambte van dienst dat de brief echt was. En: Bel gewoon even met de in de brief genoemde contactpersoon of vul het bijgevoegde antwoordformulier in en stuur het op. Dat hadden we allemaal zelf al bedacht. Wat wel relevant was: het advies nog niet te betalen maar rustig af te wachten wat de reactie zou zijn. Het kon zijn dat het nummerbord verkeerd gelezen was, dat ging weliswaar automatisch maar niet altijd 100% correct, soms niet, dat kon, was niet zeker. En nee, hij kon niet in het politiesysteem kijken of onze bekeuring daarin stond. Tja, dit was Nordrhein-Westfalen en de bekeuring was gegeven in Baden-Würtemberg. Verzeihung. Het was wel een geruststelling dat we niet al moesten betalen. Want als de brief toch nep bleek, hadden de oplichters bankgegevens te pakken. Dat konden we dus vermijden. En nu gaan we dus afwachten wat ze in Karlsruhe met onze antwoorden op hun vragen gaan doen. Was u daar, op 10 januari om 12:05 pm. Nee dus!

Navalny

Vandaag werd dus Navalny begraven. Onder grote, grote, grote en ook nog eens overweldigende belangstelling, begrijp ik. Ik ben daarover verbaasd maar ook weer niet. Rusland is het land van de revolutie maar ook van onderdanigheid en grenzeloze lijdzaamheid. Van grote energie en moed maar ook van repressie en onderdrukking tot het gaatje. Hoe dan ook, de Russen zijn het gewend geknecht te worden. Net als de Oekraieners. En nog wat volkeren in de omgeving van het oude tsarenrijk. Er zijn over de geschiedenis van Rusland en van het Russische volk en van de volkeren die er dan weer wel en dan weer niet door waren ingelijfd dikke boeken volgeschreven. Lees eens Natasja’s dans, Fluisteraars en Tragedie van een volk van Orlando Figes en Grensland van Marc Jansen. Wat Poetin flikt met de Russen, zijn slaven, is lastig maar ook gemakkelijk. Hij staat in een krachtige traditie van alle macht bij weinigen. Gewenning. De vooruitgang in relatie tot de vrijheid in het westen – democratie als beste van alle onvolmaakte kaders waarin mensen zich kunnen ontwikkelen tot vrije, sociale wezens – zit in de volatilieit van de energie die zich de laatste decennia in Rusland richting vrijheid beweegt. Soms aarzelend, soms met groot geweld, soms onderhuids en dan weer als ziedend hete lavastroom. Maar de traditie van knechting en volgzaamheid en onderworpenheid is nog altijd sterker dan de dynamiek van de beweging die de dwang van zich af wil schudden. Een mensenleven in Rusland is nog altijd een leven ten dienste van een relatief kleine elite met alle mogelijke en beschikbare onderdrukkingsmiddelen in handen: met angst voor het verlies van – comfortabel – leven als meest krachtige. Navalny had daar geen boodschap aan. En op de een of andere manier de mensen die hem vandaag eer bewezen ook niet. De pest is dat het Poetin niets kan schelen. Een mensenleven en dan vooral dat van anderen is voor hem sowieso geen drol waard. Kijk naar de onachtzaamheid waarmee hij soldaat na soldaat na soldaat de loopgraven instuurt. Om voor een meter grond te sterven. Navalny leek bereid voor zo’n meter te sterven maar dan wel een meter in de richting van vrijheid. Ik gun elke Rus die meter. Lees trouwens ook eens De onzichtbaren van Frank Nellen.

Levens

Ik ben niet stuk van al zijn werk maar dat leven, dat leven! Wat een caleidoscoop! En sommige van zijn boeken zijn top natuurlijk, sommige toneelstukken ook. Ik houd van werk waarin het menselijk tekort volop aanwezig is en personages al dan niet wanhopige pogingen doen daarmee om te gaan, ermee te leven, toch nog iets van geluk te proeven maar zelfs daar nogal een nare smaak aan over te houden. En anders de lezer wel. Ik twijfelde nog wat. Zou ik hem kopen? Ik moest er per slot van rekening vijftig euro voor neerleggen. Dat is ongeveer 110 gulden en dat zijn in 1965/1966 in mijn toenmalige stamkroeg tegenover Terminus in Nijmegen zo’n 350 glazen pils. En zou ik wel aan het lezen ervan toekomen? Aan bijna 1000 pagina’s gebonden dundruk? Één kilo en driehonderd gram. (Ja, even gewogen.) En, ik ben dan wel Neerlandicus, maar in zekere zin een niet geheel complete. Ik ben vooral een taalkundige en nauwelijks een letterkundige. Ik heb er het geheugen niet voor. Daar zit weliswaar heel veel in maar geen verhalen over literaire tijdvakken, jaartallen, stromingen, genres, auteurs, boektitels, personages, verhaallijnen, enz.. Dus moest ik dan toch maar weer 1000 pagina’s lezen over een auteur in de wetenschap dat als ik er doorheen zou zijn allerlei wetenswaardigs na drie weken alweer uit mijn hersencellen zou zijn weggespoeld? Helaas, helaas niet lekker soepel reproduceerbaar. Net als toen ik de prachtige biografie van Gerard Reve door Nop Maas gelezen had. En die van Nescio door Lieneke Frerichs. En die van Elsschot door Vic van de Reijt. En die van Remco Campert door Mirjam van Hengel. En die van Willem Wilmink door Elsbeth Etty. En die van Annie MG. door Annejet van der Zeijl en die van Kees Fens door Wiel Kusters. Wat voor mij telt is mijn fascinatie voor de auteur, voor zijn persoon, voor zijn passie voor het door roeien en ruiten gaan, voor de ultieme inspanning de eigen mogelijkheden, mentaal, moreel, inhoudelijk te verkennen en benutten en te materialiseren. In de breedte, in de diepte. En dat dat vaak wat mag kosten: gezondheid, relaties, bezit. In dat licht is vervolgens succes maar een heel betrekkelijk dingetje. Maar goed, nu ben ik dus de trotse eigenaar van De Levens Van Claus door Mark Schaevers. Ik ga er op den duur niet veel van onthouden. Maar ik ben nu eenmaal wat ik ben: als lezer altijd in het moment. Een tevreden lezer. En ik kijk nu alvast ook uit naar de biografie van Louis Paul Boon van Arne Fortuin. Doorwerken hoor, Arne!

Bußgeld 2

Vandaag (zie gisteren) naar de politie in Venray geweest met mijn bekeuring uit Duitsland. Kon me niet vertellen of het een neppe of een echte is. Dus rijd ik vrijdag even naar politie Kevelaer. Die kunnen in hun systeem vast natrekken of ik een en ander serieus moet nemen. Ik houd je op de hoogte.